Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Na de storm was er de stilte. In mijn geval was zelfs de vrede een stuk dichterbij gekomen. Enige volbladige delen van de boom tegenover mijn huis gingen ten gevolge van het waaigeweld liggen uitrusten op twee geparkeerde auto’s (niet van mij!). Dus heb ik nu onbelemmerd uitzicht op de toren van het Vredespaleis. Daar voegde zich een schilderachtige regenboog en een vlucht blijmoedig rondzeilende vogels bij. Schoonheid is overal, maar wie mooi wil zijn moet pijn lijden. De stad likte verlekkerd zijn wonden.
Een historisch gevormd ramptoerisme, de Hagenaar eigen, dwong mij tijdens de storm de Boulevard af te zakken. Uiteraard per auto. De zee lag te schuimbekken. Woeste golven spatten op de havenhoofden uiteen en waaiden van loef naar lij. De autoriteiten hadden de hekken gesloten, een machteloos gebaar van behoedzaamheid, want de uitwaaiers huppelden over de basaltblokken naar de spannende verboden gebieden.
Soms verduisterden imposante wolkenpartijen de havenhoofden en leek er even sprake van twee zwarte pieren… veel dichter zal ik in taal althans in deze column niet bij het meest besproken onderwerp van de laatste weken komen.
De zee was leeggeveegd, zelfs de kitesurfers die als onaantastbare insecten door vrijwel ieder weertype heen plegen te fladderen, waren aan wal gebleven. Evenmin zag ik vaartuigen met Costa Concordia-neigingen in de richting van de wenkende armen van de haven varen.
Mijn gedachten gingen terug naar de aanleg van de havenhoofden. Er zijn foto’s waarop ik als knaapje op het ‘oude’ keurig gemetselde piertje sta. Je kan er nog steeds staan, turend in de soms kolkende binnenzee, maar meestal loop je toch door over de ‘nieuwe’ uitschuifarmen met hun basalten mouwen. Naar het baken! Op de zuiderpier wandelde ik nooit, wij woonden in het Statenkwartier. Totdat Radio Veronica letterlijk aan land kwam, ruim voordat dat officieel als losgeslagen omroep geschiedde. Met jongens en meisjes uit mijn klas (de zesde van de Duinoordschool) gingen wij op een avond naar de gestrande boot kijken. Ramptoeristjes in opleiding. Het zendschip lag als vanzelfsprekend op het zand, vlakbij het zuiderhavenhoofd. Er brandden lampjes, er klonk muziek, het zou goed kunnen dat ook Lou Reed gedraaid werd. Walk on the wild side.
Tja, die pieren hebben veel voorbij zien komen. Wat zou er eigenlijk omgaan in die havenhoofden?