De vetgedrukte woorden zijn op 9 maart jl. door de deelnemers aan het Haags Boekenballetje 2014 in de Centrale Bibliotheek op het Spui op uitgedeelde pingpongballen geschreven. Het leverde onderstaand gedicht op.
Reis door de stad,
De stad van je hart
Door aders, door veinen
De parken, de pleinen
Door botten, door spieren
De torens, de pieren
Door holtes, door gaten
De vijvers, de straten
Door borsten, door ballen
De huizen, de stallen
Dan vind je
Een kindje
Dan vind je
Een man
Dan vind je
Een vrouw
Dan vind je de mensen
Dan vind je de stad
Dus balletje, balletje
Ga nu maar gauw
Reis kleine bal
En kom snel weerom
Met verhalen
We dienen ze op
In prachtige schalen
En ontkurken de fles
Op deze zonnige dag
Maar eerst Haags balletje
Kom op, aan de slag!
Joepie! De zon schijnt, op naar ’t strand
we wandelen balorig tot aan de waterkant
daar heb je haring, een ijsje, patat
een pisang, heel Indisch, maar bruisend toch, schat?
daar drink je champagne, je eet vietnamees
joie de vivre in je ogen, je wordt pimpelmees
een bestemming vol zangvogels met ook Haagse kak
je krijgt hooguit een reiger of ooievaar op je dak
die macrameeën als vlieger een web in de lucht
en veranderen het anti-cultureel klagûh in zinloos gezucht
geen stroman, geen ping pong-diplomatie is daar
geen tourniquette en geen ambtenaar
er is geen riool, geen verveling om elke hoek
want het strand is net Pulchri of een Opperlands boek
van Hugo Brandt Corstius, helaas nu historie
en de Stadspartij bewaakt op strand-zuid deze glorie
de Sofiastraat straalt en de Haagse Hogeschool
als ook WK Hockey vindt onze bal heel frivool
maar hij reist toch meteen, dat staat buiten kijf,
met zijn liefje naar het zand, voor de zon op zijn lijf!