Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Ook Den Haag heeft zijn eigen Ronde van Vlaanderen. ’t Is een wat minder omvangrijke omloop, alhoewel je een cyclisch traject natuurlijk eindeloos kan laten duren. Voilà: het Belgischeplein, gelegen in het bijbehorende Park. Een chique rotonde die ik op mijn racefiets regelmatig neem, rondcirkelend in vertwijfeling door het rijke aanbod fraaie ‘Belgische straten’ die met het plein verbonden zijn.
Maar de echte Ronde van Vlaanderen is andere koek. Niet dat wij Den Haag als wielerstad moeten onderschatten. Drie der grootste kampioenen komen hier vandaan. Joop Zoetemelk groeide op in Rijpwetering, maar werd in Den Haag geboren. Jan Janssen, die andere Tour de France-winnaar, kwam uit Nootdorp. En dan hebben we onze goedlachse held uit de Obrechtstraat, Michael Boogerd, dominerend in een meer recente epoche. (Waarbij we de eerste drie letters van dat laatste woord voor de verandering maar eens niet benadrukken.) Onze duinen vormen een prachtig parcours met niet te onderschatten hobbels. Naast de bult richting Meijendel is er ook een venijnig wipje in het Westduinpark, nabij het Fuutpad. Zelfs de geoefende liefhebber komt daar bijna tot stilstand, ook al omdat er remmende drempels in het fietspad zijn aangebracht. Waarschijnlijk om het dalende verkeer een iets veiliger snelheid te geven.
Maar de echte Ronde van Vlaanderen… afijn, u heeft het afgelopen zondag kunnen zien. Vorige week dinsdag vervulde ik een oude wens en trok naar de Vlaamse Ardennen om het legendarische traject van de klassieker te verkennen. Op de markt van Oudenaarde, het epicentrum van de Ronde, was de wielerkoorts al voelbaar. Het was een prachtige dag, de bloesems bloeiden, de boeren gierden en ik besteeg de aloude hellingen. Met de auto uiteraard, want mijn god, wat zijn die bergjes steil en wat zijn die weggetjes smal en antiek bestraat.
Op de Oude Kwaremont en de Paterberg passeerde ik enorme VIP-dorpen in opbouw, want ‘Vlaanderens Mooiste’ is een circus zonder weerga. Een arena, waar het volksvermaak de boventoon voert en waar gestreden wordt op leven en dood. Circus, arena, volksvermaak, leven en dood: de woorden zijn gevallen en spoedig zouden renners en zelfs toeschouwers dat ook doen.
Afgelopen zondag volgde ik nauwelijks de koers, maar vooral het parcours. Kijk, daar reed ik! Daar waar ze nu allemaal gestrekt op de keien lagen.