Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Deze week worstel ik met het volgende dilemma: moet ik trots zijn op Machiel de Graaf, het PVV-raadslid dat de Tweede Kamer en het Beneluxparlement er gewoon bij doet? Sommigen beweren dat deze ongeëvenaarde werkdruk ’s mans fitheid en denkvermogen heeft aangetast en dat daarvan sporen in zijn uitlatingen te vinden zijn. Machiel zegt namelijk tamelijk generieke dingen over de islam. Meestal geen aardige dingen. Maar ja, dat mag in een democratie.
Het is wel zo dat het begrip ‘parlementaire taal’ een ingrijpende evolutie heeft ondergaan. De volksvertegenwoordiging is volkser dan ooit. Het zal de verhoopte gunst van hetzelfde volk zijn die de partijen ervan weerhoudt de fatsoensnormen weer op ouderwets peil te brengen.
Waarom zou ik trots moeten zijn op Machiel de Graaf? Het is in ieder geval niet iemand die mijn politieke standpunten uitdraagt, maar dat hoeft ook niet. Want hij is de zoveelste heraut van de vrijheid van meningsuiting en dus per definitie een parel aan de kroon van onze vrije samenleving. Wij moeten blij zijn met de dwaze dingen die hij roept, want hij verkent de grenzen en test zo het systeem.
Tot zover de theorie. In de praktijk vind ik die Machiel de Graaf een eenzijdige, domme raaskaller, een onbeschofte xenofoob en een handelaar in angst. Mag ik ook allemaal zeggen. Maar toch moet ik, als ik consequent ben, trots op hem zijn, want als cabaretier heb ik al die jaren evenmin een blad voor de mond genomen.
Ik zal u niet vermoeien met schrijnende voorbeelden van de vele harde, misse (en regelmatig ook mislukte) grappen waaraan ik mijn publiek heb blootgesteld. Alles moest gezegd, overal werd de spot mee gedreven, mensen werden volkomen afgeslacht, als er maar gelachen werd. En bij gesputter uit het publiek brulde je gewoon: vrijheid van meningsuiting!
Natuurlijk, je beriep je op die bij cabaret behorende afspraak met het publiek, de ‘ironische’ tweede laag, die bij Machiel en zijn makkers voornamelijk afwezig is. Feit is wel dat de democratisering van het cabaret door die ongeremde grofheid van cabaretiers én de anonieme mogelijkheden van internet inmiddels draconische vormen heeft aangenomen. Heel Holland bakt poetsen. En beledigt, brandt af en voert sociale media-oorlogjes. Ik kan mijn aandeel relativeren, maar soms ben ik even niet trots op mezelf.