Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Paul van Vliet is ontroerd. Hij staat op het podium van zijn theatertje PePijn, 50 jaar na zijn eerste keer, en ziet een publiek dat bestaat uit artiesten. Zijn nakomelingen, sommigen aan de weg timmerend, anderen zeer beroemd. De crew van het eerste uur is present, Liselore, Lidewij, Judith, Ferd en Rob, het is bijna onvoorstelbaar. Dan declameert Paul nog eenmaal zijn grootse vers ‘Ik drink op de mensen…’, ooit in een dronken nacht in Theater PePijn geconcipieerd, en hij is niet de enige meer die ontroerd is.
Daarna wordt er hartstochtelijk feest gevierd. Veel bespelers van Theater PePijn, hier voor het 50-jarig jubileum bijeen, kennen elkaar. We knuffelen Evelien, de oermoeder van PePijn en klinken met Ger, haar broer en boegbeeld van de techniek.
Piano en microfoon staan klaar, een aantal collega’s heeft de euvele moed voor dit auditorium van vakgenoten ‘iets’ te doen. Artiesten van elk kaliber, want PePijn is een democratisch theater: iedereen kan de zaal huren en zich daar onsterfelijk wanen. De gevierde veteraan en de eeuwige beginner staan er naast elkaar. Zo is het ook bedoeld.
Deze tijd knapt uit zijn voegen van de succesverhalen. De oermythe in theaterland is die van de gang van een handvol toeschouwers in PePijn naar een uitverkocht Carré. Niet alle carrières lopen zo. Vanuit Theater PePijn vertrekken ook boemeltreintjes. Soms ontsporen ze of komen aan op een ongedacht station.
Paul van Vliet zelf heeft er maar betrekkelijk kort gespeeld. De zaal was permanent uitverkocht, nieuwe horizonten wenkten. Het theater is gebleven. Velen hebben er min of meer gekampeerd. Paul Pleijsier en ik kregen de sleutel en mochten ons gang gaan. Wel af en toe de telefoon opnemen. Dan hoopte je op nieuwe bezoekers voor je eigen show. Soms hield je een wervend praatje en kon je een naam in het schrift schrijven met daarachter 2x of zelfs 4x. Meestal belden ze trouwens voor de leesvoorstellingen van Youp van ’t Hek, die z’n publiek inmiddels niet meer vlak voor aanvang van de straat moest halen.
In Theater PePijn, met zijn piepkleine coulissen en kleedkamertjes, kan je door een inspirerende claustrofobie worden overvallen, een nokvolle zaal zorgt voor ultieme concentratie en hilariteit. Maar ook voor een handvol mensen is het goed te doen. Want het mooiste, langste en duurzaamste succesverhaal is dat van het theatertje zelf.