Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal
Wanneer ben ik aan het werk en wanneer niet? Dat is voor anderen vaak net zo moeilijk uit te maken als voor mijzelf. Ik maak er in ieder geval geen probleem van. Je leeft en dat leven levert verhalen op. Die opschrijven, verdichten of verklanken is dan weer werk. De geldelijke beloning voor die arbeid kan zeer uiteenlopen, ik heb in de loop der tijden een zeer grote variatie aan uurlonen gekend.
Als alles werk is, dan schuilt overal winst in. Een middagje lummelen produceert een geniaal idee, een hemeltergende bureaucratische handeling levert nieuwe stof op en de dagelijkse ergernis omtrent het Guus Hiddink-achtige kassièrebeleid in mijn warrige supermarkt betaalt zich uiteindelijk toch uit.
Laatst lag ik gestrekt in de duinen nabij Duindorp. Ik werd gebeld tijdens het wielrennen. Mijn tip is nu: neem niet fietsend op. Aan de voet van het klimmetje naar het Westduinpark zijn snelheidsbeperkende hobbels in het wegdek aangebracht. Zeer aan te raden is het om dit obstakel met twee handen aan het stuur te passeren.
Zie hier weer een ervaring, waarmee ik de mensheid kan dienen. Ergo: mijn hier geformuleerde waarschuwing maakt de rekening van de fietsenmaker rijp om als fiscale aftrekpost te fungeren. Het kabinet wil het belastingstelsel vereenvoudigen, maar zo simpel als ik het graag heb zal het wel niet worden.
Afijn, de fiets is hersteld en ook mijn gekwetste knie functioneert weer naar behoren, zodat ik volgetankt met overmoed het traject naar de zee kies. Op weg naar nieuwe avonturen, verbetering van de conditie, kortom: werk!
Ik heb tijdens een van die tochten geprobeerd bij te houden hoeveel verkeersovertredingen ik zoal maak. Ruim voor Kijkduin was ik de tel al kwijt. Rijdend op een fiets met veel versnellingen worden vertragingen blijkbaar moeilijker geaccepteerd. Als gehaaid weggebruiker heb ik ook altijd het idee dat ik de verkeersveiligheid niet in gevaar breng. Het geheugen is overigens kort, elk netniet-ongelukje wordt snel van de harde schijf gewist.
Bijna thuis, in een manisch spel van afstand en snelheid verwikkeld, negeer ik ter hoogte van de Edisonstraat een rood verkeerslicht. Een snelle blik leert mij dat ik er best tussendoor kan glippen. Maar de politieauto voor het stoplicht heb ik niet gezien. Een bon dus. De agent noemt een bedrag waarvan ik zachtjes moet wenen. Maar gelukkig, het zijn arbeidskosten. Toch?