Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Ja, ja, krijs de ochtendstond nog maar één keer aan flarden, met jouw hysterische stronteigenwijze hardrockconcert tussen daken en balkons. Jij, vliegend vuilnisvat, ronkende rat, ooit de edele adelaar van het zilte zwerk, onaantastbaar je figuren tekenend op het uitspansel, op de stormwind zeilend van wolk naar wolk, soeverein symbool van gratie, macht en vliegvlugheid, boodschapper van de vloedlijn, heraut van het verlossende zand en de verkoelende branding.
Thans een nietsontziende vreetzak, vermenselijke consumptievogel, met je kamikaze-aanvallen op elk vermoeden van eetbaarheid. Gulzige terrorist, die zich vanuit zijn hemelse positie schaamteloos verslaafd op zijn prooi stort. Als Bill Cosby op een gedrogeerde vrouw, als Jack van Gelder (volgens insiders ‘Cheque van Geld’) op de pegels van Sport 1.
Leef je uit met jouw schreeuwende concullegaatjes, snavels in pikorde, met de dienstregeling van de stadsreiniging in jouw kleine maar doeltreffende vogelbrein geëtst.
Geniet nog maar even van die landinwaartse orgie op de dagen dat zelfs de harde gele zakken van het stadsdeelkantoor geen weerstand meer kunnen bieden en de hele buurt oogt als na een verse terroristische aanslag. Wanneer elke weggemoffelde intimiteit door jouw toedoen en met gerede hulp van de zeewind aan het daglicht wordt teruggegeven, verspreid over de tegels en begeleid door jouw krankzinnige gezang.
Vier nog maar even jouw wellustige feest, iconoclast van het huiselijk geheim, en trippel parmantig over jouw eigen slagveld, hier en daar weerzinwekkende oorlogsbuit consumerend.
Want we komen zo langzamerhand in jouw naseizoen, jouw herfst als rücksichtsloze sloper en je weet het, je begint het door te krijgen, de cirkels die je boven onze hoofden trekt krijgen stilaan iets wanhopigs. Je hebt ze zien staan, de resolute vierkante cilinders, nu nog robuust bovengronds opgesteld in slagorde van vier. Dreigende betonnen monumenten zijn het, verlangend naar hun koele plek in het genadige zand. Je ziet het gebeuren, de onvervaarde lieden die zelfs een parkeerplaats offeren, de straatstenen verzamelen en grote happen nemen uit de bodem. Allemaal ter ere van jou, zeker, maar wat heb je eraan? Je bent beland in een kroniek van een aangekondigde hongerdood. Dus brul nog maar een keer, want straks, na een vruchtbare paring van beton en grond, wordt de snoepwinkel gesloten. De rust keert terug, op een enkele plof na. Trek naar zee en herneem je stiel. Dan zullen we je weer bewonderen.