Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Ik las de roman ‘Poubelle’ van Pieter Waterdrinker. Meesterlijk boek. Chapeau voor deze romancier annex Rusland-correspondent. Ik zal niet teveel van de inhoud van deze ruim 500 pagina’s tellende roman prijsgeven, maar neem van mij aan dat je als lezer wat gaat beleven. Aan de hand van het kleurrijke leven van hoofdpersoon Wessel Stols stuiteren we door het Europa van heden en nabij verleden.
Liefdesgeschiedenis, Bildungsroman, politiek essay, oorlogsverslag, Waterdrinker draait nergens zijn hand voor om en heeft een meeslepend drama gecomponeerd. Wessel Stols zien wij onder meer in de gedaante van gloedvolle echtgenoot, maar ook als losgeslagen hedonist, would be romancier, smoezelig kunsthandelaar en prominent europarlementariër. Hij voert ons mee naar de Brusselse graai-orgies als ook naar de cynische Oosteuropese slagvelden op de Krim, in Moskou en in Oost-Oekraïne. ‘Poubelle’ is zoals bekend het Franse woord voor vuilnisbak (de uitvinder daarvan heette zo), maar het is wel de laatste plek waar deze roman dient te belanden. Als je iets meer wilt begrijpen van de mestvaalt van de geschiedenis, dan lees je dit werk.
Zo trof mij, deze week door griep enigszins lamgelegd en – oh voordeel van het nadeel! – tot lezen genoopt, toch weer de kracht der fictie. Mijn leven lang ben ik aan het volgen van de actualiteit verslaafd, een afwijking die door mijn beroepskeuze is aangewakkerd, maar de laatste tijd drijft de nieuwsdiarree mij steeds meer tot wanhoop. Afgezien van de ontwikkeling dat de verpakking (eenregelig simplisme, schreeuwerige toonzetting) meer en meer de feiten overschaduwt, is de periodieke herhaling van zetten voor de doorgewinterde nieuwsveteraan nogal afstompend aan het worden. Als het om grappen maken gaat, hoef je soms alleen de naam van de betreffende minister te aan te passen.
Heb ik het nog niet eens over alle evidente fouten die ik vanwege mijn olifantengeheugen dan weer te verduren krijg. Te vaak brul ik naar de autoradio dingen als ‘nee, Corry Brokken won het Eurovisiesongfestival niet in 1959’. Om niemand in verlegenheid te brengen heb ik dit voorbeeld verzonnen. Zo vermoeiend is die armzalige carrousel van aandachttrekkerij, het geblèr van scoopgeile reporters met wegwerpnieuws.
Nee, dan ‘Poubelle’, een verpletterende roman, scherp, lyrisch, ongeremd, partijdig, wars van strategisch gelul, waarin de verbeelding duizend keer méér waarheid aan het licht brengt dan welk journalistiek spektakelverhaal ook. Ik kan er weer even tegen.