Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek
We hebben Daan de Ligt verloren. Stijlvol poëet en voormalig stadsdichter van onze stad. Hij was ernstig ziek, maar liet met hoopvolle regelmaat van zich horen. Niet lang geleden ontving ik van hem een fijn bundeltje met handgeschreven gedichten. Want Daan kon, ook in de letterlijke betekenis van het woord, mooi schrijven.
Ik was een weekje weg geweest en vond een rouwkaart bij de post. Het handschrift was prachtig en verraadde de inhoud. Het zou me niet verbazen als hij de enveloppen zelf heeft beschreven, anders hebben zijn nabestaanden de kunst van het schoonschrijven geërfd.
Pas kort geleden ontdekte ik zijn werk, waarschijnlijk omdat ik lang in een zekere stad aan het IJ vertoefde. Ik werd onmiddellijk gegrepen door zijn humor, zelfspot, vormvastheid en zijn – ik kan het niet anders zeggen – precies juist gekozen woorden. Elk gedicht van Daan de Ligt staat als een huis, vaak moet ik bij het glimlachend lezen aan mijn vriend Driek van Wissen denken, die ons ook te vroeg verlaten heeft.
Eén keer heb ik Daan ontmoet, in de Zuidlarenstraat, waar hij in Theater Dakota een voorstelling van Paul Pleijsier en mijzelf bezocht. Zijn authentieke accent en zijn vriendelijkheid ontroerde me, er school iets zachts in hem en veel liefde voor het leven. Ik stel me voor dat er veel van hem gehouden is.
Bij een latere aflevering van ons programma, waarin we de poëzie alle ruimte wilden geven, hadden we hem uitgenodigd om te komen voorlezen. Dat was inmiddels te vermoeiend, maar hij vond het prima als ik een paar van zijn gedichten declameerde. Op ons verzoek werd de voordracht door enkele leden van het zeer enthousiaste publiek gefilmd (compleet met zwaaien naar de dichter) en die filmpjes heeft hij blijmoedig bekeken.
Daan heeft over alles wat los en vast zat in Den Haag gedicht, de bij onze stad behorende melancholie zat in hem verankerd, als ook die andere kerneigenschap van de Haagse mens: de onvergankelijke humor. Bijvoorbeeld in het gedicht ‘Marteling’ waarin de ik-persoon hoogst verontrustende geluiden waarneemt (gekrijs, gekreun… moord?). Maar nee:
Gelukkig viel het achteraf wel mee
Gewoon een potje damestennis op TV
Ergo: lees en herlees zijn werk. Laat zijn prachtige ‘ligt’ over onze wereld spelen.
Leve Daan!