Iedere twee weken schrijft Marcel Verreck een sportcolumn in Den Haag Centraal.
Alle sporten zijn in principe denksporten. Zelfs voor hardhollen en paalwerpen is hersenactiviteit vereist. Natuurlijk, er zijn ook gekken die aan skispringen doen of hurling, een gestyleerde vorm van onthoofden waar ze in het kalifaat nog een puntje aan kunnen zuigen. Ook die sportbeoefenaars schijnen hun hersenen te gebruiken, al valt daar niet veel van te merken.
We leven in het jaar 1 na JC, hoe droevig dat ook is, maar Hij heeft ons ook het besef nagelaten dat voetbal een denksport is. De kleine Cruijff, op jonge leeftijd technisch volmaakt, is zich daarna voltijds op de taktiek gaan storten.
De voetbalvaardigheid van spelers wordt voorzichtigheidshalve voetbalintelligentie genoemd. De activiteiten van de topspelers worden hiermee herleid tot een soort boerenslimheid, zodat er een verklaring is voor het feit dat hun taalvaardigheid (altijd gelinkt aan intelligentie) doorgaans ernstig achterblijft. Een voetballer die in volzinnen zonder cliché’s spreekt, wordt vreemd aangekeken. Het fenomeen Jan Mulder is de uitzondering die de regel bevestigt, maar wie kan zich nu zijn voetbalheldendaden nog herinneren?
Het ultieme Nederlandse voetbal, het Orange Clockwork van 1974, was een projectie van het raderwerk dat zich in het hoofd van Johan Cruijff bevond. Die onnavolgbaarheid is daarna nog vaak opgedoken in zijn taaluitingen. Wat moet die man een hoofd vol shortcuts gehad hebben, zijn woorden konden het meestal niet bijbenen.
Daarom verbaast het me niets dat deze Verlosser bekend stond als een fervent kruiswoordpuzzelaar. Een Oplosser dus. Als de chaos toeneemt, is het fijn om te vertoeven in een beheersbaar universum. Ook ik puzzel de laatste tijd vaak.
Evenzeer houd ik van de afwas, die puzzel van serviesgoed op het aanrecht. Een overzichtelijk karweitje, waarbij je aanrecht én hoofd leeg kan maken. Toen ik een huis met een vaatwasser betrok, vreesde ik dat te gaan missen. Welnee!
Komen we nu toe aan de ‘zuivere’ denksporten, want daar gebeuren revolutionaire dingen. Computer Deep Blue versloeg Gary Kasparov jaren geleden al, nu is ook de code van het bordspel Go gekraakt.
Tijd dus om de menselijke spelers op te pimpen met wat showappeal: schakers en dammers spelen in Ridderzaal en Kuip! Oppernerd Magnus Carlson is zelfs fotomodel. Nog spectaculairder is het uiterst nivellerende schaakboksen, waarbij afwisselend gemat en mat gezet wordt. Ik kijk uit naar het voetbaldammen: bokje over en weg tegenstander! Of schaatszwemmen: zo hier en daar al te zien op dun beijsde sloten. Geen echte denksport.