ON THE ROAD  

Momenteel maak ik met mijn vrienden Paul en Arjan een tournee door het land. En we maken dingen mee, je houdt het niet voor mogelijk. Daar komen ze... enige anekdotes uit de dagelijkse praktijk van de semi-professionele cabaretier.
Langzamerhand ken ik het Nederlandse wegennet beter dan me lief is. Ook mijn kennis aangaande obscure broekzaktheatertjes, buurthuizen en jongerensociëteiten is groter dan menigeen zou wensen. Maar ach, vaak doet de plek er niet zo veel toe. (En omkleden tussen de kratten pils heeft ook zo zijn voordelen) Het gaat uiteindelijk om het publiek. Immers, zonder publiek geen voorstelling.
Goed, soms stap je tijdens de soundcheck op een uit de peuterspeelzaal ontsnapt kind, soms moeten er enkele roestsculpturen van de locale kunstenares verplaatst worden om het podium, opgetrokken uit de eettafels van het overblijfklasje, vrij te maken, maar als des avonds de pittoreske Klokkezolder zich vult met goedwillende toehoorders, ach dan maakt het niet uit dat de technicus zijn lichtplan moet uitvoeren met één enkele lichtschakelaar en dat je je moet omkleden achter een stoel, want de mensen lachen.
Zo speelden wij ooit in een onheilspellend ogend buurthuis in de Bijlmer. Voor acht (8) mensen. Dat wij, gelet op de aanwezigen, hier en daar in onze tekst een Surinamer vervingen door een Tamil, drukte onze pret en die van de toehoorders allerminst.
Het getal der toeschouwers doet trouwens niet altijd ter zake. Een optreden voor 150 raddraaiers van de Mercurius MAVO te Meppel (sommige namen vergeet je nooit) verliep minder succesvol.
Wij waren naar Meppel afgereisd om in de locale schouwburg drie schoolvoorstellingen te geven, één op 25 januari en twee op 26 januari 1990. Nu moet u eerst maar eens in uw agenda nazien wat u op die 25ste verjaardag hebt gedaan. En of u die avond überhaupt wel thuis gekomen bent. Die dag woedde namelijk een verwoestende orkaan, die alom in het land voor een gezellige crisissfeer zorgde.
Dat door deze cycloon de geesten der MAVO-scholieren nog verder op hol waren geslagen, staat voor mij vast. De storm woedde in de zaal gewoon verder. Midden in een gevoelige monoloog besloot ik dat het zo niet verder ging. Ik verliet het toneel ten einde het rumoerigste groepje te laten verwijderen. Onhandig morrelend aan de gesloten zaaldeuren ontbood ik een leraar. Een sidderende figuur naderde.
'Ze moeten er uit,' stelde ik.
'Maar wie precies?' fluisterde deze beklagenswaardige persoon. Kleine kans dat die ooit zijn VUT zou halen.
'De hele eerste rij,' sprak ik ferm.
Dat hielp wel. Ik overlegde met mijn kunstbroeder en we skipten ter plekke een aanzienlijk gedeelte van het programma en haalden dankzij de geluidsversterking het einde.
Na afloop kwam de schouwburgdirecteur glimlachend de kleedkamer in. "Viel niet mee, hè?' sprak hij met met nauwelijks verholen trots (Meppel had 't hem weer gelapt!), 'maar deze zijn het ergste, dus die doe ik altijd maar als eerste.'

Ik weet niet of wij, behalve de familie natuurlijk, inmiddels een min of meer vast publiek hebben, zoals gevestigde artiesten dat bezitten. Dat 'vaste' publiek is trouwens in zoverre interessant, dat het niet zelden uit alter ego's van de optredende bestaat. Soort zoekt soort.
Zo was ik onlangs bij Pretpark, de overigens prachtige nieuwe show van Hans Dorrestijn. In de foyer zie je dan toch een overkill aan mannen (en trouwens ook vrouwen) met droefgeestige baarden, wijkende haargrenzen en ijzeren monturen.
Zo wij een vast publiekje hebben opgebouwd, dan bestaat dat voor zover ik dat wil overzien uit aardige, intelligente mensen.
Desalniettemin zie je voor je neus regelmatig mensen zitten, van wie je meteen in de gaten hebt: die zitten hier fout en dat weten ze nu al. Aardiger wordt het als de scheidslijn tussen deze categorie en de echte liefhebber dwars door een huwelijk loopt, zoals onlangs tijdens een optreden in Delft door ons begeleidingsteam werd waargenomen. Het betrof hier een echtpaar, waarvan de man zich kostelijk amuseerde en de vrouw duidelijk niet.
Zij: Waar lach je nou toch om?
Hij: Hou je mond, zo hoor ik niets.
Etcetera.
In deze show deden wij een nummer met een onzinstatistiek over het fenomeen 'lachen', gepresenteerd ala (toen nog) Jongbloed en Joosten.
- 80% van alle vrouwen lacht om hun man.
- 24% lacht om hun man én André van Duin.
- 15% lacht alleen om André van Duin.
- 0,00000034% lacht om Robert Paul.

Enzovoorts. Uiteindelijk werd de keiharde conclusie getrokken:
- 2% van de mensen lacht nooit.
Niet lang na afloop van dit nummer werd de echtelijke dialoog hervat.
Zij: Ik vind er echt niets aan.
Hij: Hahaha, stil nou toch.
Zij: Maar wat is hier nou leuk aan?
Hij: Ach joh jij, jij hoort gewoon bij die 2% !
U hoort het, je maakt af en toe dingen mee...
De laatste anekdote over het Nederlandse theaterpubliek heb ik niet zelf opgedaan, maar is afkomstig van een oud-mede-PC-redacteur.
In het kader van het Leidse Dame Blanche-feest toog de hele corpsballenclub witgetooid met aanhang naar het Rotterdamse Luxortheater om een voorstelling bij te wonen van off all beings Seth Gaaikema. De zaal was prompt uitverkocht en ontembaar.
Het duurde niet lang of de getergde conférencier liet het zaallicht ontsteken en piepte dat het zo niet verder kon. Toch woordspeelde hij verder en meende in de zaal zowaar enig ontluikend enthousiasme te bespeuren. Deze geestdrift werd echter veroorzaakt door een studentenpaartje dat door drugs, alcohol en ja, waarschijnlijk toch ook door Gaaikema geïnspireerd, op de achterste rij was begonnen te coïteren.
Het meisje (in witte trouwjurk) had zich daarbij op haar begeleider laten zakken en deinde onder luide aanmoedigingen van de omstanders naar het hoogtepunt van de avond.
Ver voor afloop van de show verliet het paar, niet geheel zonder een spoor na te laten hand in hand de zaal.
Voor zover bekend heeft hun gedrag tijdens voorstellingen van Gaaikema geen navolging gekregen. En als ik me zo de koppen van dat Oudejaarse lachvee voor de geest haal - heel Diligentia vol alter egootjes van Seth - dan denk ik dat we daar ook maar heel blij om moeten zijn.

Marcel Verreck

(Verschenen in: Propria Cures, 19-1-1991)