ANTWERPEN, STADSPARK
(Tekst en muziek: Marcel Verreck)
 


Eendjes taxiën over de vijver
Een duikende meeuw krijst, de Schelde is nabij
En kijk eens die bloesem, ontroerende ijver
Dat is nog eens voorjaar, en jij slaapt op mijn dij
Met een krant op een bankje in Antwerpen, stadpark
De zon wurmt zich tussen 't gebladerte door
Soms is er een wolk om wat schaduw te morsen
Soms is er wat wind en een haan kraait zich schor
Dan streel ik je haren, je slaapt als een kind
Je glimlacht en geeft zacht een kus aan de wind

Lunchpauzeklerken, de homo's, de moeders
En moeders van moeders die werken met kind
Spelende Belgjes, Japanse touristen
Brevierende pater op zoek naar zijn Sint
Antwerpen stadspark is even een pretpark
De attracties zijn levend, een groen Walibi
En alleen in het park zijn is nu niet verdacht meer
De lentezon geeft een perfect alibi
En 't wereldnieuws waait weg, ik buk en ik raak je
Maar gelukkig, ik heb je niet wakker gemaakt

Als het stoplicht op groen springt, dan kun je dat horen
En te zien is een penthouse, Gods eigen terras
Er wordt iets gebouwd en dat doen ze met boren
Maar bovenal heerst hier de geur van het gras
Zo ben ik heel even in Antwerpen, stadspark
Met een krant op een bankje, jij slaapt op mijn dij
Straks komt er een stortbui of word jij weer wakker
Dat maakt dit moment nog veel mooier voor mij
Mijn krant vouw ik op en ik kijk naar mijn schat
Zij bevochtigt haar lippen, droomt vast van patat