O Ouddorp, de molens zwaaiden welkom
En op de camping werd de tent opgebouwd
En bij de eerste echte zuidwesterstorm
Woei-ie weg, dat was vertrouwd
't Ging ieder jaar fout

En we liepen op het dijkje naar het stille strand
Voorbij de duinen woei je haar in een kuif
En later terug rook je de uien op het trillende land
Maar dat gaf niet, want je was Johan Cruijff
En bij de bakker in het dorp kreeg je een bolus
En er lag grint op het terras
Bij de haven kocht je vader zo een emmertje vis
Leuk voor je moeder want die had Camping Gaz
In het land
Het land van 't geluk
Het land van 't geluk
Het wonderland

De hele dag voetballen, klaprozen, brandnetels
En na de bui verfde God een regenboog
En net als je 't niet meer verwachtte
Vloog die tent toch weer omhoog
Zo met een boog
Over het land

Moet ik er heen?
Weer naar 't land van geluk
Of maak ik dan alles meteen
Weer stuk?

La la lalala la lala la la
Ladie ladie ladie lala la
Lalala la lalala la lala la la
Ladie ladie ladie lala la

Maar soms ruik ik de zee bij een bepaald soort wind
Of ik hoor de roep van een meeuw
En ik tast naar het oneindig geluk van het kind
Een beetje zomer duurde toen nog een eeuw
In het land
Het land van 't geluk
Het land van 't geluk
Het wonderland

O en soms droom ik dat ik toch in mijn wagen stap
Om nog een keer naar mijn eiland te gaan
Bij Rotterdam draai ik om, omdat nu wel snap
Dat het voorbij is, ook mijn tent blijft vast staan
Dat is voor mij
Voorbij

Maar ik weet hoe 't was
Ik ruik nog het gras
Negen jaar oud
Proef de zee en het zout
En ik voel nog het zand
Van het wonderland
Het land van 't geluk
Het wonderland

(Gezongen in 'Een wondermiddel')