14-06-2003   Column: DOLF JANSEN
(AD MAGAZINE, 14-6-03)

VERREK!
Columnisten gaan vaak nogal kort door de bocht. Elke bocht. Bijna wekelijks wordt dat op deze plek bewezen door mijn gewaardeerde Komedietrein-collegae, evenals door mijzelf. Ter verdediging: ik ben een hardloper en dan is kort door de bocht over het algemeen de manier om zo snel mogelijk weer thuis te zijn, of terug, of bij de finish zelfs. Maar het is, denk ik, ook de aard van de column: je vindt iets, en dat probeer je even snel en soms duidelijk bij de lezer naar binnen te proppen. Met een paar grappen ook, als je heel erg je dag hebt. Ik houd daarvan, van grappen en mijn dag hebben, maar ook van dat columnistenstramien. Om te schrijven, om te lezen ook. Een onderwerp, een paar gedachtes daarover, die grappen, wat meningen soms: een paar glimlachen en je kunt verder met je leven. Als daar aanleiding toe is.
Toch is het dan erg fijn te merken dat sommige personen die columniseren verder komen, even niet de binnenbocht nemen, maar de durf hebben de kortste weg te verlaten, de buitenbocht te pakken, en zelfs even over de boarding geleund een gesprek aan te gaan met twee toevallige passanten en een jeugdvriend. En dan die tocht, die bocht, die gesprekken ook in mooie woorden neer te schrijven voor de lezer die ook net even iets meer tijd heeft. Of neemt.
Bij toeval kreeg ik de vorig jaar verschenen bundel Een windermiddel van Marcel Verreck in handen. Hij schrijft vanuit die buitenbocht, heeft het over de wereld en zijn eigen plek daarin, zijn (uitdijende) lichaam en aanpalende ergernissen, maar zijn taal, zijn zinnen zijn net even mooier dan die van mij. Tot nu toe.
Een prachtig boekje, ook al spelt hij op pagina 113 mijn naam verkeerd. Vind het, koop het (steel het), lees het.
Fijne zomer!

Dolf Jansen