12-08-2002 |
|
Column Metro
EEN VERHAAL IS EEN WONDERMIDDEL
Het kan zijn dat u zo dadelijk opkijkt van deze regels en in mijn
glimlachende, enigszins verkreukelde gelaat kijkt. Wijst uw horloge 6.54 uur
of iets later aan dan bevindt u zich in de trein die van Middelburg via een
zogeheten overstapmoment te Roosendaal (7.48-7.56) naar Den Bosch rijdt
(aankomst 8.54). Als u wat minder vroeg bent opgestaan en naar Maastricht
moet (aankomst 10.41) loopt u dezelfde kans. En dan kan ik u op het station
van Maastricht in alle rust uitleggen, waarom deze Metro-columnist vandaag
in levende lijve in de trein aanwezig is. Als vervolgens om 11.29 uur de
reis via Roermond en Nijmegen naar Arnhem (aankomst 13.33 uur) aangevangen
wordt, zal u het volgende duidelijk zijn: vandaag presenteer ik mijn
literaire debuut 'Een wondermiddel' al voorlezend in de trein tijdens een
monsterrit van meer dan 1000 kilometer over het vertrouwde Nederlandse
spoor. Ik zal daarbij alle provinciehoofdsteden aandoen, zoals Zwolle
(14.43), Assen(15.34), Groningen (16.15), Leeuwarden (17.12) om vervolgens
via Zwolle en de interliner Lelystad (19.25) en daarna Utrecht (20.47) te
bereiken.
Ondanks het nieuwe politieke regime van de vrije jongens blijf ik de vage
scheidslijn tussen consumentenvoorlichting en merchandising nauwlettend in
het oog houden. Dus om hier nou even botweg mijn hele reisschema te
publiceren gaat zelfs mij als artistiek ondernemer te ver. Laat ik volstaan
met te zeggen dat ik Rotterdam (21.46), hoewel geen provinciehoofdstad,
niet links kan laten liggen en vanuit de Maasstad met het goeie ouwe
Hofpleintreintje(vertrek 22.01) naar mijn geboortestad Den Haag (22.29) zal
reizen. Dan is het via Haarlem (23.21) nog maar een relatief klein stukje
naar het eindpunt, de grote stad Amsterdam, die we naar verwachting tegen
middernacht bereiken. Ik zal in totaal enige tientallen malen moeten
overstappen, maar zowel de NS als ikzelf denken dat dat geen enkel probleem
gaat opleveren. De stiptheidscijfers van de NS zijn immers de laatste tijd
naar boven geschoten.
Wel ben ik benieuwd hoe wij (mijn crew en ik) zich aan het eind van, of
misschien al halverwege , de tocht zullen voelen. Gaan wij het JP
Balkenende-gevoel ervaren? Dat valt samen te vatten met de zin: waar ben ik
in godsnaam aan begonnen?
Gedurende meer dan drie jaar reisde ik al regelmatig met u mee in de coupé,
vandaag zullen sommigen van u er geluid en beeld bijkrijgen. Op zich is de
trein dé ideale leesplek, de NS heeft niet voor niets de website
www.tijdvoorlezen.nl ingericht. En er wordt wat afgelezen, dat heb ik aan
de reacties op mijn Metro-stukjes gemerkt. (Dat je op de meest exotische
stationnetjes vrijwel altijd, als teken van een nationaal complot, de
bekende groene Metro-krantenbakken aantreft, vind ik ook ontroerend)
Blijft over de vraag: zullen de reizigers mijn gevóórlees wel op prijs
stellen? Ik ben weliswaar geen Oosteuropese muzikant die met de zoveelste
versie van 'Those were the days' de coupé's op stelten tracht te zetten,
maar toch. En vinden de treingangers het niet hinderlijk als ik hen dwars
door het luidkeelse mobiele telefoonverkeer tracht te verwennen met een
verhaaltje.
Ik put hoop uit het nieuws dat voorlezen sinds het verschijnen van de
magische Harry Potter-boeken in Engeland een enorme rage is. En geef toe, is
het niet heerlijk van een enthousiaste goed getrainde verteller een pakkende
geschiedenis te horen? Dan is het leed toch even geleden. Dan ben je toch
weer even dat kind tussen de lakens vlak voor het slapengaan. Ik hoop dan
ook vandaag instinctief duimen in volwassen monden te zien verdwijnen. Ook
een niet meer te onderdrukken sluimering beschouw ik niet als een belediging
maar als een compliment. Maar zeg dan van te voren wel even waar u eruit
moet.
Marcel Verreck
|