Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Wij zijn een gelukkig volk. De statistieken zeggen het, dus blijkbaar worden de onthutsende taferelen op de diverse inschreeuwavonden hier te lande afdoende gecompenseerd. Wel valt nu beter te begrijpen waarom de hier aangespoelde vluchtelingen met groot gemak ‘gelukszoekers’ worden genoemd.
Met de Scandinavische landen vormen we een kopgroep in het geluksklassement, best opmerkelijk als je de mistige, alcoholische en deprimerende boeken en films van deze noorderlingen in ogenschouw neemt.
De geluksbeleving van de Haagse voetbalsupporter was dit weekend in ieder geval bovengemiddeld: we wonnen van Feyenoord. Het doelpunt werd wel door een Rotterdammer gemaakt, verdediger Sven van Beek werkte met een onnavolgbare beweging de bal achter zijn eigen doelman. Degenen die nu onmiddellijk aan matchfixing denken – de Chinese eigenaar zal vast wel een paar strategisch bellende landgenoten kennen – moet ik teleurstellen. Deze Van Beek schoot al vier keer eerder in eigen doel. Je zou bijna denken dat de speler in zijn jonge leven inmiddels iets te veel ballen heeft gekopt, een indruk die bevestigd werd door het monosyllabische interview dat hem na afloop werd afgenomen.
Droefenis in Rotterdam-Zuid dus, waarbij er natuurlijk één man was wiens kop er bijna afrolde van het hoofdschudden. Leo Beenhakker, befaamd hoofdschudder en gevierd zuchter. Deze week kwam zijn autobiografie ‘Don Leo’ uit en iedere dag verscheen hij als vanouds in de media om nog maar weer eens te verhalen over zijn wonderlijk rijke carrière.
Een fascinerende man, die over de hele wereld successen boekte. Dan kan je niet alleen een bluffer zijn. En zo ja, dan is de prestatie nog groter. Ik heb eenmaal het genoegen gesmaakt een tv-item met hem te maken. Het was in de jaren negentig dat ik regelmatig op de buis verscheen en onderdeel van het programma dat ik met Rémi van der Elzen presenteerde was het vervaardigen van een ‘leuk filmpje’ met een Bekende Nederlander: vissen met Wim Bosboom, naar de Haagse bunkers met Bart Chabot, dat soort werk. Ook was er een rendez-vous met goalie en amateur-piloot Stanley Menzo. We bleven gelukkig aan de grond. Met Leo Beenhakker ging ik golfen. Dat ging via de wetten van de kleedkamer. Eerst negeerde hij me, maar na een paar ballen in het kreupelhout volgde een innige hug. Goeie pik! Het gelukscijfer van Leo Beenhakker zal het gemiddelde niet naar beneden halen.