Column

PLAATS (51): Broekweg, Leidschendam

Broekweg, Leidschendam

Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.

Ook de naaktfoto’s van Zwarte Piet zijn uitgelekt! We zijn natuurlijk wel gewend aan Pieterbaas met een roede in zijn hand, maar schokkender was het dat zijn onverbloemde naaktheid ons leerde dat hij geen gevlekte roetvegenpiet was, maar wel degelijk een pikzwarte knecht. Alle compromissen van invoelende burgemeesters ten spijt, zijn haar kroesde! En mevrouw Zwarte Piet, die er naast stond, bleek toch heus dikke rode lippen te hebben. Tja, zo’n naaktfoto onthult alles.
En het gutst blootfoto’s uit de Cloud, ik verwacht dat binnenkort Google Nude gelanceerd zal worden. Dan kan je elk moment van ieder persoon de naakte versie downloaden. Zoiets werpt zijn schaduwen vooruit.
Het gerucht dat er in Afghanistan naaktfoto’s van minister Hennis-Plasschaert te zien zouden zijn, heeft zo’n run van vrijwilligers opgeleverd dat er nu weer een hele vredesmissie kan worden uitgerust. Dat zou zonder deze Hennis-schennis nooit zo rimpelloos geregeld zijn. Al is het woord rimpelloos hier misschien niet helemaal op zijn plaats.
Lilianne Ploumen, Jeroen Dijsselbloem en Frans Timmermans waren in de race voor een hoge positie in Europa. Mark Rutte zal het nooit toegeven, maar het is wel zeker dat uitgelekte blootfoto’s van Timmermans de doorslag hebben gegeven. In de politiek draait alles om de pikorde.
De mens is een naakte aap, daar kunnen de mooiste kledingstukken uiteindelijk niet veel aan veranderen. Wij beschikten al over opnames van een nuderende Angela Merkel, wier heiligdom overigens door een volgens de mode van die tijd overvloedig woekerend Teutoons woud aan het zicht werd onttrokken en ook de kleine prins Harry is gekiekt terwijl hij met zijn kroonjuwelen liep te zwaaien.
Dat leken incidenten, maar als we straks de onverhulde foto’s van bijvoorbeeld Astrid Kersseboom en Peter Kuipers Munneke op ons bordje krijgen, dan zal het moeilijk worden nieuws en weerbericht aandachtig te volgen.
In de showbizz was het tot voor kort gebruikelijk om pikant materiaal te laten lekken, alles om de bekendheid verder op te krikken. Maar als dit nu mainstream wordt, dan verwacht ik spoedig een tegenbeweging: sensationele gehackte opnamen van Heleen van Royen met kleren! Voorlopig worden haar tamponfoto (niet uitgelekt) en meer blote selfies aanstaande zaterdag tijdens de Museumnacht in het Letterkundig Museum geveild. Voorafgaand daaraan mag ik de fantastische schrijvers Van Dis, Brandt Corstius, Benali, Borst, Weijts en Heleen zelf interviewen. Komt allen dus! (Bij voorkeur gekleed.)

PLAATS(50): Valkenboskade

Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.

Ook afgelopen week gebeurden er dingen die mij hebben doen koken van woede. Is dat een goed of een slecht teken? Je kan zeggen goed, omdat er ondanks mijn geestelijke rijpheid nog steeds zaken voorvallen die me kwaad maken. Je kan zeggen slecht, omdat ik mij niet wist te beheersen. De onthoofding van journalist Fowley. Een barbaarse daad, al kan je zoiets in die contreien verwachten. Extra misselijk werd ik van de gewetenloze wijze waarop de media dit heftige hapje uitserveerden.
Bij ons degelijke NPO-journaal lieten ze uiteraard de slachtpartij zelf niet zien, maar het was blijkbaar geen probleem om het beeld te laten zien waarop de ongelukkige man in zijn oranje jurk naast de klootzak staat die hem even later zal afslachten. Ik hoef geen mensen te zien die op het punt staan te worden afgemaakt.
Waarom wordt zo’n man in zijn laatste ogenblikken wereldwijd tentoongesteld? Je hoopt op enige beschaving, maar niemand in de nieuwsindustrie laat zo’n beeld liggen, want het is allemaal handel. Op YouTube waar je het allemaal in extenso kon zien was het natuurlijk ook spitsuur, want de middeleeuwen zijn nooit ver weg. Dan heb ik het niet alleen over de activiteiten van de beul, maar ook over de gretigheid van de toeschouwers.
Ook zat ik deze week keihard naar het NPO-radio 1-programma ‘De ochtend’ te schreeuwen. Daar is elke(!) dag een journalistenforum. Er is voor journalisten namelijk niets interessanter dan praten over zichzelf en hun fantastische vak. Het lijken wel cabaretiers.
Dat die zelfbevlekking eens in de zoveel tijd onder de kundige leiding van Coen Verbraak plaatsgrijpt (zoals in de NPO-serie ‘Kijken in de ziel’) vind ik prima, bij het deerniswekkende meninkjescircus (vanzelfsprekend over het NPO-prachtprogramma ‘Zomergasten’) dat door deze opscheppers van dienst de ether in gestotterd werd kon ik me niet beheersen.
Maar goed, wat schiet je er mee op? Om mezelf tot bedaren te brengen wandelde ik naar de Valkenboskade, een idyllische plek niet ver van mijn huis. Vanwege de reconstructie van de Laan van Meerdervoort-brug heerst daar nu een bijna landelijke stilte. Er zijn twee fraaie noodbruggen neergelegd, waarop je, als je niet door doorgaand fietsverkeer wordt geschept, kan genieten van stromend water en overhangend groen. Wilde natuur, midden in Den Haag! De woede spoelt met het water weg.
Sommige stremmingen zijn heilzaam.

PLAATS(49): Oude Middenweg

Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.

Natuurlijk moet Jozias van Aartsen weg! Opzouten! Zat daar een beetje wijn te drinken op vakantie terwijl Den Haag brandde. Een handvol halfgare idioten met van het internet geleende antisemitische teksten terroriseerden de o zo kwetsbare Schilderswijk. Zogenaamde aanhangers van ISIS, de geweldsorganisatie die inmiddels in ieder geval qua naam gehalveerd is. Dat is nog maar het begin, die hele ISIS moet natuurlijk weg.
De PVV riep op tot het vertrek van de inerte burgervader, maar dat clubje had met haar weerzinwekkende standpunten allang weg moeten zijn. Laten we trouwens ook meteen de hele Schilderswijk weg doen. Zijn we gelijk van sharia-driehoek, stenigings-vierkant en boerka-parallellopipidum af. Alles weg!
Net als Zwarte Piet, zijn baas Sinterklaas en alle mensen die het instituut Sint en Piet bedreigen. Gewoon weg! Louis van Gaal. Ik zeg: weg! Heeft na de schandalige prestatie op het WK (een derde plaats, hoe durf je er mee thuis te komen?!) nu Manchester United onder zijn hoede. Dús verloren ze meteen de eerste wedstrijd tegen het nietige Swansea uit Wales, dat door een paar behangerscenten van Hagenees John van Zweden op de been gehouden wordt. Foei! Van Gaal exit, uiteraard! Net als de weermannen, die moeten ook wég! Wat is dat voor weer? En maar praatjes blijven houden. Weg ermee!
Dave Roelvink. Ik had er nog nooit van gehoord, maar het is de zoon van Dries Roelvink, die natuurlijk allang weg zou moeten zijn. Iedereen die er totnutoe niet in geslaagd is om die man weg te krijgen, zou weg moeten. En nu heeft zoon Roelvink een filmpje doen uitlekken, waarin te zien is hoe er door een meisje aan zijn roelvinkje wordt gesabbeld. Weg ermee! In ieder geval van het internet. Maar dat gaat niet meer lukken. Van dat internet moeten we trouwens ook af. Het heeft voordelen, maar belangrijker zijn de mindere puntjes, dus weg ermee. Net als Van Aartsen.
Als ik alles zo een beetje overzie, dan is er weinig dat mag blijven. Alleen ik eigenlijk. Er is alleen één probleem. Waar moeten al die opgezoutenen heen? Die vormen met zijn allen een nieuwe parallelle werkelijkheid en gaan gewoon door. Opsodemieteren helpt niet. Dus misschien toch maar de gouden oude middenweg omhelzen? En af en toe schreeuwen. Dan gaat die permanente scalpeerzucht en die licht ontvlambare woede hopelijk even… weg.

PLAATS(48): Waterpartij

Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.

Als ik in den vreemde aan Den Haag denk, en dat doe je nooit zonder een zeker verlangen, dan verschijnt voor mijn geestesoog meestal de Waterpartij. Een beeldschone plek, het aflopende grasveld als entree naar de eeuwige vijver met de mysterieuze uitlopers tussen de steile hellingen aan beide zijden. Het wateroppervlak dat de weergesteldheid reflecteert, het waardige bloembezaaide Indisch Monument en als kers op de taart het schimmige stenen uitzichtpunt aan de overzijde van de vijver. Je vermoedt daar een heel slot achter, maar als je de fraaie achterliggende weg berijdt en je stopt bij dit uitkijkpunt, dan word je geconfronteerd met de genadeloosheid van de coulissen: zwerfvuil en gebruikte preservatieven.
Maar daaraan denk je niet als je onder een palm, in een zweterige stadsbus of in lauwwarm zeewater Den Haag memoreert. Het is dat totale aangezicht, die flits, die wonderlijk geslaagde samenwerking van mens en natuur: cultuurlandschap en duinpan met meertje ineen.
Beslissend is waarschijnlijk ook dat de Waterpartij aan de verkeersader ligt die mij met de rest van de wijde wereld verbindt. Richting rijksweg of vliegveld kom ik er langs. Niet te lang voor relativerende gedachten, niet te kort om de schoonheid van het tafereel in volle glorie te kunnen consumeren.
En als je, na al je avonturen, bijna thuis bent, dan is daar die stoïcijnse Waterpartij om je te verwelkomen. Zelf ken ik dit lustoord van zeer nabij. Ergens moet ik hem nog hebben liggen, mijn rubberen opblaasbootje. Een van de twee peddels is ooit tijdens een vaartochtje teloorgegaan, maar in warme jaren-zeventigzomers dobberde ik met mijn vriendje Hans langs het eilandje, onder de overhangende takken en in de spannende uithoeken van de vijver.
Hans zie ik nu eigenlijk alleen nog maar op Facebook, hij ziet er vrolijk en patent uit. Laatst deelde hij een aantal foto’s van zijn familievakantie op een mediterraan eiland. Er was één foto die me raakte. Hij stond boven op een rots en keek naar zijn zoon die een dappere sprong in de blauwe diepte maakte. Hij had de schouders enigszins opgetrokken, de armen tintelend van de voorpret langs het lijf, zodadelijk mocht híj. Duikhonger. Of het nou naar een bal (hij was een zeer goede keeper) of naar het water van de Waterpartij was. Het leven wachtte, en wij doken erin. Nog steeds, godzijdank.

PLAATS (47): Arnhemsestraat

Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.

Nu ADO binnenkort als nummer 39 aan de lijst met investeringen van een Chinese durfkapitalist wordt toegevoegd, lijkt het me goed om de blik een moment op Arnhem te richten. De lokale voetbalclub Vitesse is al langer speelbal van schimmige eigenaren en onduidelijke investeerders, die elkaar met een aan de clubnaam ontleend tempo aflossen.
In hun kielzog opereren de zetbaasjes en de filiaalhoudertjes met hun ontmoedigende managerspraatjes, afijn de droogkomische voetbalschrijver en Vitesse-fan tegen wil en dank Marcel van Roosmalen heeft er al een aantal hilarische boeken over geschreven. ADO-aanhangers die het lezen machtig zijn, verdiep je in deze kostelijke maar ook leerzame lectuur.
Momenteel leg ik de laatste hand aan mijn derde Deventer thriller, getiteld ‘De laatste minuut’. Het boek speelt tegen de achtergrond van de haast religieuze sportverdwazing die in het huidige voetbalkapitalisme wordt geëxploiteerd. De uiterst sympathieke en best wel brave Deventer voetbaltrots Go Ahead Eagles heb ik in mijn boek opgetuigd met een aantal Vitesse-achtige absurditeiten. Dit in de wetenschap dat de werkelijkheid de fantasie doorgaans binnen de kortste keren overstijgt. Zoiets kunnen we bij het straks meer geel dan groene ADO ook op het menu verwachten. Een tip voor de Nieuwe Roergangers: zorg dat de oprechte clubliefde niet in het gedrang komt en respecteer de Haagse Iconen.
In het ADO-stadion, door overvloedige regenval verworden tot een manegebak, was ik afgelopen seizoen getuige van de memorabele 2-1 winst op toenmalig koploper Vitesse. Het was zowat de laatste wedstrijd van super-Vitesseman Theo Janssen. De sublieme technicus probeerde de bal voornamelijk door de lucht te verplaatsen, maar zakte zelf enigszins zwaargewichtig het moeras in. Kort daarna raakte hij fataal geblesseerd en beëindigde hij zijn carrière. Ze waren nog net slim genoeg in Arnhem om deze volksheld een baan bij de club te geven.
Dommer gingen ze om met persvoorlichtster Ester Bal, de onverschrokken heldin uit de Vitesse-stories van Marcel van Roosmalen. Met onverwoestbare humor, eerlijkheid en geharnaste clubliefde was zij de goedlachse portier van het Arnhemse gekkenhuis. In mijn boek heb ik haar onder een andere naam in Deventer laten werken.
Ester Bal, haar naam is niet verzonnen, werd dit jaar door stupide Vitesse-knuppeltjes ontslagen. Afgelopen weekend interviewde Van Roosmalen haar in de Volkskrant. Blijmoedig en onversaagd. Seizoenkaart al weer gekocht.
ADO, let op! Clubliefde gaat boven geld.

PLAATS (46): Christoffel Plantijnstraat

Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.

Ooit maakte ik een theaterprogramma (en een boek) getiteld ‘Een wondermiddel’. Dat ging over de moderne menselijke wens in een handomdraai met behulp van een trucje, medicijn, therapietje of ander snelwerkende panacee gelukkig te worden. Kenmerkend bij een wondermiddel is de haast, getrouw de wetten van de consumptiemaatschappij volstaat slechts onmiddellijke behoeftenbevrediging.
En dan zitten we nu met iets groots en langdurigs als de nasleep van de vliegramp. Er wordt vol overgave gerouwd, hier en daar zelfs tamelijk demonstratief met huilende, applaudiserende en knuffelswerpende dagjesmensen op viaducten. Daar moet je niet cynisch over doen, het is positief dat men in deze ontzuilde tijd op zoek is naar gemeenschap. (Op een heel andere manier dan op losbandige waddencampings of in mediterrane zuipdorpen.)
Het allerbeste wondermiddel, en daarvan getuigde ik in boek en theater, is wat mij betreft het verhaal. Niet voor niets zijn de bekendste regels van de grote, onlangs overleden dichter Leo Vroman:

kom vanavond met verhalen
hoe de oorlog is verdwenen
en herhaal ze honderd malen:
alle malen zal ik wenen

Het verhaal, als ook het vertellen daarvan, geeft de pijn vorm en verleent ons daardoor adem om door te gaan. Zo is onze literatuur ook ontstaan, de rijkste verhalen bloeien op een humuslaag van noodlot, verdriet en ellende. Zolang de mens leeft, vertelt hij. Ik kan dat uiteraard niet bewijzen, maar het vertellen is zo eigen aan de mens dat het wel zo moet zijn. De uitvinding van achtereenvolgens het schrift, de boekdrukkunst en Twitter hebben het bereik van die verhalen oneindig vergroot.
We moeten die uitvindingen koesteren en beschermen, want ze zijn altijd controversieel gewenst omdat ze in handen van kwaadwillende geesten dodelijke wapens kunnen zijn. Zo wordt er nu al flink gerouwd om de teloorgang van het traditionele boek. Natuurlijk, dat zal stilaan een andere gedaante krijgen, maar de mens is een historisch wezen en zal de oude vorm blijven gedenken.
Op de Deventer boekenmarkt aanstaande zondag is een expositie te zien van de jaarlijkse BoekBindChallenge. Uiterst eervol is het dat de deelnemers mijn laatste thriller ‘Aan Lager Wal’ op de meest fantasievolle manieren vorm hebben gegeven.
Christoffel Plantijn stond aan het begin van deze (troost)rijke traditie. Zijn straat vind je waar ooit staatsdrukkerij stond, vlakbij de plek waar ‘broodtroosteres’ Blonde Dolly ooit het echt oudste beroep ter wereld uitoefende.

PLAATS (45): Capadosestraat

Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.

En natuurlijk kende ook ik iemand die in dat vliegtuig zat. En mensen die mensen kenden. Iedereen kent op die manier toch al gauw duizenden anderen, vermenigvuldig dat met het hoge aantal slachtoffers: het hele land is geraakt. Er ontstaat spontane familievorming en daar horen alle soorten emoties bij: verdriet, rouw, saamhorigheid, maar ook woede en machteloze agressie. Ook hier zal de tijd uiteindelijk zijn vernietigende werk doen, maar we zitten er nú middenin, dus wat te doen? Een maatschappij die wordt beheerst door de doctrine van maakbaarheid en probleemoplossing wil handelen. Maar hoe? Erop afgaan of proberen beheersing, waardigheid en vasthoudendheid na te streven?
Het zijn intense momenten en die zullen niet snel uit de herinnering gaan. Mensen worden bewogen, willen ook bewogen worden, het meeste mens voel je je toch als je je verbonden weet met anderen. De rouw heeft een januskop – geloof me, ik ben een ervaringsdeskundige – het is verschrikkelijk maar ook mooi en bevestigend om een onstelpbaar verdriet met anderen te delen.
En in de periferie van de ellende zie je het allemaal weer gebeuren: de irritante lui die al dan niet om beroepsmatige redenen met de rouw aan de haal gaan, de politici die de tragedie gebruiken om hun populairiteit te vergroten, de soms verbijsterende zieligheidscompetities, laten we erover zwijgen.
De oranjezomer waarin we, voorgegaan door ‘Flying Dutchman’ Robin van Persie, naar het geluk zweefden, is met deze brute val in peilloze treurnis komen te verkeren. Maar al is de eendracht van karakter veranderd, laten we die toch vasthouden, wij blijven een grote familie. Liever niet op deze manier, maar we waren er als maatschappij misschien wel aan toe om dat weer eens goed te beseffen.
Want onze eigen familiebanden zijn zo veel ruimer en minder bepalend dan toen ik klein was. Minder kinderen, minder ooms en tantes, met het doorbreken van allerlei sociale, maatschappelijke en religieuze conventies kwam het zelfbeschikkingsrecht op vriendschap. Je vrienden zijn nu je familie.
Toch was ik geschokt om te horen dat mijn oudste tante een paar maanden geleden blijkt te zijn overleden. Ze reisde een leven lang met me mee, na het overlijden van mijn ouders weliswaar steeds meer op afstand. Ze woonde lang in de Capadosestraat in het Laakkwartier, waar ik haar overigens nooit heb bezocht.

PLAATS (44): Goereesestraat

Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.

Ze zeggen dat de geschiedenis zich telkens herhaalt, maar ik heb in mijn leven nog nooit zo hard voor Duitsers gejuicht. Mogelijk is deze onbevooroordeelde vrolijkheid het resultaat van de prachtige prestaties van ons eigen nationale voetbalelftal. Opmerkelijk is dat de architect van deze landelijke eendracht de hoogst controversiële coach Louis van Gaal is. Hij heeft het land als een legendarische gymnastiekleraar bij de hand genomen en is onder het motto ‘wie niet sterk is, moet slim zijn’ met zijn jongens bijna wereldkampioen geworden.
Nederland straalt nog steeds en met het verwijderen van de oranje versierselen wordt – en dat is ook nieuw – geen haast gemaakt. Men wil het gevoel nog even vasthouden, zeker in de epicentra van de oranjebeleving. Ik fietste door de Scheveningse Koppelstokstraat, waar het nog steeds Oranjevlaggetjesdag is, en vervolgens door feestelijk Duindorp. Dat blijft toch een aparte wijk, hetgeen nog wordt geaccentueerd doordat de meeste straten naar eilanden zijn genoemd.
Bij de Goereesestraat kneep ik even in de remmen, het naambordje bleek een openslaand venster te zijn: ik kreeg zicht op vele mooie zomerherinneringen. Wanneer mijn vader tijdens een verjaardag of andere opscheppersbijeenkomst de vraag kreeg naar welk uitgelezen plekje op de aardbol hij met zijn gezin op vakantie zou gaan, antwoordde hij laconiek ‘500 kilometer boven Parijs’. Dan werd er welwillend en licht geïmponeerd geknikt, maar wij moesten giechelen, want wij gingen gewoon naar Ouddorp aan Zee op Goeree-Overflakkee.
Vlakbij, maar een andere wereld, ook toen het eiland met steeds meer pootjes aan het vasteland kwam te zitten en steeds meer ontsloten werd. Het bleef toch een eiland. Laatst nam ik, komende uit het zuiden, op het Hellegatsplein expres de verkeerde afslag en reed er nog weer eens overheen. Er liggen nu wegen waarop je kan opschieten en zelfs hier en daar verspringen in het met populieren omzoomde landschap verkeerslichten.
Maar ik maakte een onveranderd gebleven rondje om de kerk in Dirksland en constateerde met genoegen dat de watertoren aldaar, beroemd vanwege zijn scherpe punt, nog altijd het zwerk bekrast. Bij Stellendam moest ik weer richting de filegebieden, maar in de zonnige verte glommen de stompe toren van Goedereede en de molens van Ouddorp.
Daaraan denkend herinner ik mij opeens dat ik op onze Ouddorpse camping dikke voetbalvrienden was met een paar enorm aardige Duitse jongetjes.

PLAATS(43): Meijendel

Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.

Het is een paar jaar geleden, maar het zou zo weer kunnen gebeuren. Ik kwam uit het zadel om een stukje vals plat in de duinen te trotseren toen er naast mijn voorwiel een hond-achtig wezen opdook. Ik schrok me rot, het beest verscheen als uit het niets, even hadden wij een gelijke snelheid, toen zette het dier aan, kruiste voor mij langs en schoot aan de andere kant van de weg het struikgewas in. Ik had hem lang genoeg kunnen bekijken om te zien dat het inderdaad geen hond was, maar een vos.
Ik moest er even van bijkomen, zo vaak sta je in onze urbane gebieden niet oog in oog met een wild roofdier. Ik realiseerde me dat de prachtige rijwielpaden waarover ik koers, omringd zijn door een wondere natuurwereld waarvan ik slechts een mespuntje ervaar.
Zappend naar nog wat sliertjes WK- of Tour-nieuws, kwam ik deze week terecht in weer zo’n prachtige documentaire van Erik Kooyman op TV West. Hij was een zomer lang op pad geweest met boswachters en andere beroepsstruiners in onze duinen. Er was gefilmd in het mysterieuze duingebied Solleveld, achter Ockenburgh, waar ik bijna dagelijks langs scheer en natuurlijk ook in Meijendel, waar ik eveneens zeer regelmatig doorheen stamp.
Soms doe ik het weleens, even afstappen, of met mijn fiets het intrigerende zijweggetje waar ik al jaren langs rij verkennen. De documentaire maakte duidelijk dat er – vlak om de hoek – nog zoveel meer te ontdekken valt.
Liefdevol werd ingezoomd op een uniek plantje, waarvan de dichtstbijzijnde andere groeiplekken in Alpen en Pyreneeën lagen. Zo bijzonder zijn onze duinen, het plantje is waarschijnlijk op zijn Bataviers de Rijn komen afzakken. Ik ken genoeg mensen die bij het zien van de extatische Dunea-botanicus die als gids fungeerde, de schouders ophalen en uiteraard de bij hen passende vraag stellen: wat kost die ongein wel niet? En natuurlijk kan je je afvragen waarom er zoveel inspanningen verricht worden om een minuscuul ‘stukje biodiversiteit’ in stand te houden, maar ik ben blij dat die moeite wordt genomen. Het beschermen van het bijzondere en het bedreigde behoort tot de kerntaken van onze beschaving.
Behalve een schuchtere ree in een duinmeertje, zag ik in de documentaire een zich onbespied wanende vos.
Misschien was híj het wel, mijn razendsnelle onbekende buurman.

PLAATS (42): Kurhaus, Scheveningen

Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.  (Het is zondagavond 13 juli, zojuist is de WK-finale Brazilië-Nederland verspeeld. In de bloedhete tent achter het Kurhaus zijn, behalve een uitzinnig publiek, de opgewekte presentator Genee en drie beteuterde mannen aanwezig)

‘Nou Johan, zeg het maar…’
‘Het is een schande! Dat roep ik het hele tournooi al, Louis van Gaal is natuurlijk een uitstekende coach, maar hij heeft het nu te bont gemaakt. Dit kan echt niet, Nederland wereldkampioen, dat is zo tegen de Hollandse School in. Wat een flapdrol, die man, wat een kwal.’
‘Maar Johan, 4-1 in de finale tegen het thuisland Brazilië, dat is toch een prestatie.’
‘Nou, laten we dat niet overdrijven, hè. Dit Brazilië is niet beter dan AGOVV, het is een pure schande dat het maar 4-1 geworden is. Kijk hem nou zien staan met die beker.’
‘Ja joh, hihihihihi, die motten ze nog van hem afpakken straks, dat mannetje, die neemt hem mee naar bed, kendie d’r lekker met zijn gouden pik tegen an rijen… hihihihihi’
‘Dankjewel, René, we zien het helemaal voor ons. En Wim, ben jij wel een beetje blij?’
‘Nou, kijk…’
‘Wacht even Wim, er zit iets wits aan je neus, misschien moet je dat even…’
‘Hihihihihi… dat is Vim joh… hé… Vim… Wim … voel je hem… hihihihihi… hé Willem…. hihihihih’
‘(snuif) Nou, kijk, je ken segge, se hebbe gewonne, maar het gaat op de manier waarop…’
‘Maar laten we eerlijk zijn, het waren prachtige doelpunten en ze speelden goed.’
‘Ja, dat vind ik belachelijk, dat is weer zo’n bizar idee van Van Gaal, om dan opeens in de finale goed te gaan spelen. Dat is toch weerzinwekkend, een finale hoort niet om aan te gluren te zijn, en Nederland hoort te verliezen, dat is de Hollandse School…’
‘Rustig, Johan, neem nog even een glaasje water…’
‘Hihihihihi….’
‘Wat is er, René?’
‘Die Robben… dat mannetje …hihihihihi… die passeert zo even vijf van die Braziliaantjes… dat kan toch niet, joh…hè…hihihihi…’
‘Wat vonden jullie van Cillessen, die stopt wel alle vier door de scheidsrechter aan Brazilië gegeven penalty’s…’
‘Volstrekt belachelijk! Je ben te gast in Brazilië, dan ga je niet hun penalties stoppen, maar ja, dat is natuurlijk ook weer zo’n walgelijk idee van Louis van Gaal!’