Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Verwarrend was het wel. Je zag het Scheveningse strand, een hoop mensen, gedoe in de branding… maar waar waren de Zwarte Pieten? Was dit de politiek-correcte remake van de aankomst van Sinterklaas, waarbij de controversiële Pietermanknechten waren vervangen door Scheveningse klederdrachtvrouwtjes en andere als vreemde militairen verklede dorpelingen?
Het muntje viel. Dit was de verbeelding van het legendarische moment dat het Oranjehuis weer eens op onze kust aanspoelde. Het was een grootse enscenering, vol mooi gekostumeerde schijngevechten. Wekenlange voorpret en noeste nijverheid balden zich samen! Daar was de aanstaande koning, hij kwam dit keer niet met een sloep, maar, vanwege de deining, met een landingsvaartuig van de marine. De informele manier waarop hij vervolgens als een zak aardappelen op de schouders naar het zachte zand werd gedragen oogde een stuk historisch verantwoorder.
Maar al snel sloeg de verwarring ten tweede male toe. De kleine man die daar als een vorst werd binnengehaald was helemaal de toekomstige Willem I niet, dat was Huub Stapel. En had die nou niet net nog de grote tegenstrever Napoleon gespeeld? En kwam die wel van Engeland? Huub Stapel komt toch van Mars. Ook onze nieuwe koning zag je op de tribune zijn wenkbrauwen optrekken: wat nu, stammen wij af van Huub Stapel?
Huub nam het woord en ik verwachtte dat hij als ingehuurd acteur een Shakesperiaanse monoloog zou houden over leven en dood, twijfel en moed, kortom een artistieke verdichting van dit monumentale moment. Maar hij zei zonder al te veel omwegen dat hij blij was dat hij er was.
Daarna werd hij in een koetsje gehesen, liet zich naar de Keizerstraat rijden, waar hij zich bij de gevelsteen aan de pui van het CJV liet begroeten door zijn wegbereiders Hogendorp, Van Limburg Stirum en Van der Duyn Maasdam. Er werd nog net niet ‘Hoi!’ gezegd, maar veel poëzie leverde dit weerzien niet op.
Niets ten nadele van Huub, hij deed zijn werk keurig, maar ik had geopteerd voor een anonymus als vertolker van Willem I. Dat hoort ook bij massa-ensceneringen, waar de bekoring vooral uitgaat van de choreografie. Voor subtiel en gelaagd toneelspel is daarbij geen plaats. Ik was allang blij dat niet ook de rest van de familie Flodder het strand op kwam. Maar als straks de zon weer schijnt, zullen we die hier zeker gaan zien.