Marcel Verreck bespreekt elke week in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Zo zag je het plein zelden: aan lange tafels zaten blije mensen te ontbijten, er klonk trancedente dansmuziek en op een feestelijke catwalk ontvouwden zich kunstige choreografieën. Jongstleden zondag, de zon zat hem vooral in de naam van de dag, leefde het Spuiplein.
De afgelopen tijd leefde het Spuiplein vooral als gespreksonderwerp. Beoogd huisvester van Marnix’ Cultuur Corner met als centrale vraag: ben je tegen ‘m of voor ‘m? (Lees deze zin hardop).
Laat ik voor de verandering eens even niets aan deze heftige discussie toevoegen, behalve dan dat de naam ‘Spui’ meer dan toepasselijk is. Ook klimatologisch doet het plein het epitheton ‘Spui’ sinds mensenheugenis recht. Zie ik de stenen vlakte voor me, dan dwarrelen er paraplu’s door het beeld, sterker nog, mensen die door paraplu’s op stormachtige wijze worden meegevoerd, om verderop in de luwte van het druipende ijspaleis te landen.
Hier is Den Haag op zijn winderigst, een enkel Mexicaans restaurant daargelaten. Annie M.G. Schmidt was zich – al voor het Spuiplein ontstond! – bewust van de herfstige signatuur van deze plek:
Waait de wind met een vlaag
Alle voetgangers weg van het Spui?
Tja, Spui rijmt nu eenmaal niet voor niets op ‘bui’ en ‘trui.’ Er heerst op het plein een permanent heimwee naar opspattend water. Op zomerse dagen is er de fontijn die uit het plaveisel opwelt.
Het zijn wellicht de laatste stuiptrekkingen van de oude Wijnhaven. Op antieke prenten van de stad is te zien hoe ooit de Nieuwe Kerk de trotse culminatie was van een waterige oprijlaan. Onze eigen Taj Mahal. De haven werd gedempt, de huizen werden gesloopt, het spelen met de grote blokken was begonnen. Hier verticaliseerde Den Haag en zo ontstonden er concurrerende tochtgaten in de omgeving, waar je wandelend toch wel zo’n halve minuut het idee kan hebben dat je je in een megapool bevindt.
De Nieuwe Kerk ziet het aan, als de reus die dwerg geworden is, wetend dat het nog erger kan worden, maar laat ik daarover verder niets spuien. De bezieling van afgelopen zondag verwaaide aan het eind van de middag. Toen oogde het Spuiplein weer zoals altijd: een plek waar het feest net voorbij is, maar waar de schoonmaakploeg nog niet is langsgekomen. Regen en wind hielpen alvast een handje.