Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Gelukkig nieuwjaar! 2016 kwam tot mij op een hoog punt in de buurt van het Hollands Spoor. Er schijnt inmiddels weer wat geld onder te mensen te zijn, al is er ook schroom om die centen te besteden. Die aarzeling gold niet voor het aanschaffen van vuurwerk in dit gedeelte van de stad. Ooit zag ik de door de autoriteiten aangeboden vuurwerken van Sydney. Dat was niet gering, maar wat de regio Den Haag vorige week aan pyrotechnisch vernuft de lucht in wist te krijgen, ging daar vlammend overheen.
Het uitzicht strekte zich van de Wassenaarse wouden via Leiden, Zoetermeer, Delft en Rotterdam naar de randen van de Botlek. Overal spoten kleurrijke fonteinen boven de einder, zwommen bonte dolfijnen in het zwerk en kaatsten oorlogswaardige knallen tussen de hoge wanden van de Laakse reuzen.
Extra was natuurlijk het nabije zicht op het Laakkwartier, dat – ook zonder inmenging van de Hofstadgroep – bij de jaarwisseling traditioneel tot een feestelijke ontploffing komt. Daar werden ook de eerste vuurtongen zichtbaar, ze dansten gretig het lauwe luchtruim in. Dat kon niet anders dan het Jonckbloetplein zijn, waar het er ouderwets aan toeging.
Panorama van de kustlijn was hier hooguit te verkrijgen door levensgevaarlijk uit het raam te hangen, met alle kruitdampen en langsvliegende projectielen geen goed voornemen. Wel was ik eerder nog even gaan kijken bij de Scheveningse brandstapels. De belangstelling was er groot, er waren verkeersregelaars ingezet. Over de diepere gedachten achter deze vreugdevuren gelieve de oudejaarsconference van Sjaak Bral te genieten, als u dat al niet gedaan heeft. De show is nog even terug te kijken via de website van Omroep West.
Het vuurwerkconcert duurde een verbijsterend uurtje, daarna werden de erupties spaarzamer, was de lucht ernstig verdicht en kon je tussen de explosies ook af en toe sirenes horen. Vanaf mijn hoge positie concentreerde ik me op de dappere doorzetters, veel te gulzig geweest in de vuurwerkwinkel, nu optredend voor een steeds exclusiever publiek.
Weer zag ik dat buurjongetje op de Frederik Hendriklaan voor me. Veel te groot voor zijn leeftijd en met de bijbehorende alarmerende motoriek. Je hield je hart vast, terwijl hij stoïcijns zijn overdosis rotjes bleef afsteken. Er leek geen einde aan te komen. Dat einde kwam er nu zelfs ook in Laak. Zo’n beetje.
Volgens de autoriteiten was het een opmerkelijk rustige jaarwisseling.