Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Op mijn negende verjaardag kreeg ik het boek. Dat blijkt uit de mededeling op het titelblad. ‘Van mijn lieve grootmoeder Erkens’ heeft mijn vader erbij geschreven. Fijn om zijn handschrift weer eens te lezen. Dat woordje ‘lieve’ heeft hij er later boven geschreven, met een pijltje tussen ‘mijn’ en ‘grootmoeder’. We moeten daar niets achter zoeken, mijn vader kon prima met zijn schoonmoeder opschieten. Zij was overigens de vrouw met het grootste hart van de 20ste eeuw.
Ik heb ooit ergens gelezen dat de schrijver op de Kranenburgweg woonde. Dat heb ik nergens bevestigd kunnen krijgen, maar het is een te mooi contrast met de wereld waarin hij zijn helden liet ronddraven om het niet te geloven. Er waren overigens twee schrijvers, een vader en een zoon, die de serie van de vader overnam. Alle mannen van een zekere leeftijd weten nu over wie ik het heb: Arendsoog.
De legendarische cowboy die met zijn trouwe Indiaanse vriend Witte Veder, geholpen door een extreem goed gezichtsvermogen en zijn Henry Buitenzorg-achtige viervoeter Lightfeet, 64 boeken lang de orde in het Wilde Westen trachtte te herstellen. Maar wel geboren in Den Haag!
In 1935 al, in de geest van Jan Nowee, katholiek onderwijzer aan de Paulusschool. Als alternatief voor de ruwe cowboyverhalen van de Duitser Karl May, de schepper van Winnetou en Old Shatterhand. Die ooit figureerde in een conference van Wim Kan, die Karl May onvergetelijk verwarde met Karl Marx: ‘Ik dacht al, wat komen er in Das Kapital weinig indianen voor.’
Toen zoon Paul na het overlijden van zijn vader in 1958 de serie voortzette, verdween het nadrukkelijke katholicisme uit de avonturen. Het eerste deel ‘Arendsoog’, met dat beschreven titelblad, kan ik niet meer uit handen leggen. Daar gaan we weer!
Witte Veder spreekt uiteraard in een Indianentaaltje zonder werkwoordsvervoegingen en is al in deel 1 hard op weg om de verlossende status van Christen te bereiken. Wrede prairiewetten moeten uit zijn heidense Indiaanse systeem. Arendsoog, die met verve alle wapens hanteert, gaat bij voorkeur niet tot doden over. Als er een lijk valt, dan verzinkt hij in gebed.
Maar uiteindelijk verdween God dus ook uit het Wilde Westen van Arendsoog. En het grapje van Hagenaar Wim Kan is waarder geworden dan je zou willen: in onze neoliberale economie zijn wildwesttaferelen inmiddels aan de orde van de dag.