Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Van alle media houd ik het meest van de radio. Intiem, snel, suggestief. Een trouwe metgezel tijdens lange autoritten, slapeloze nachten en – ik heb het ook mee mogen maken – turbulente zeiltochten. Omdat wij in de wereld zijn om overal veelbetekende verbanden te zien, was ik apetrots toen ik ontdekte dat mijn huis vlakbij het woonhuis en de radiostudio van Hanso Idzerda (1885-1944) ligt.
Beukstraat 8-10 om precies te zijn. Idzerda was een Nederlandse ingenieur en radiopionier, die op 6 november 1919 vanuit die Beukstraat de eerste radio-uitzending in Nederland voor een algemeen publiek verzorgde. Dit was tevens de allereerste omroepuitzending ter wereld. De studio- en zendapparatuur was gemaakt door zijn eigen bedrijfje, de NRI (Nederlandse Radio Industrie).
Deze informatie ontleen ik aan de Haagse Beeldbank, die een fraaie geelzwartwitte foto uit circa 1920 van het betreffende pand op haar site heeft staan. De ramen van de eerste en tweede verdieping zijn geblindeerd en het dak draagt een door een spinnenweb van kabels geborgde imposante zendmast. Die had ik vanuit mijn werkkamer heel goed kunnen zien. Van deze totem der vooruitgang rest nu alleen een plaquette aan de gevel.
Zoals bij zoveel openbare ruimten is ook een groot deel van de radiouitzendingen ten prooi gevallen aan lawaaierige snelheidsduivels, die in hun herriebordelen effectief aan permanente stiltebestrijding doen. Amechtige stemmen, bonkende bassen, een jinglediarree, u hoort het, ik houd meer van de rustigere, inhoudsrijke programma’s die er bij de omroep nog wel eens in de avonduren door willen glippen.
Zoals het excellente programma ‘Met de kennis van nu’ op zondagavond. Omdat ik op dat tijdstip nogal eens in de auto zit, is het een vriend van mij geworden. Op zijn kenmerkende rustige maar doortastende wijze ondervraagt Coen Verbraak interessante wetenschappers.
Afgelopen zondag was Bert Keizer te gast, de verpleeghuisarts met veel expertise over euthanasie. Het was immers ook ‘de week van de euthanasie’, wat vreemd genoeg een stuk luguberder klinkt dan ‘de week van de lentekriebels’ of ‘de week van de teek’.
Maar als verbanden zoekende luisteraar vond ik het wel symbolisch dat Coen Verbraak met onmiskenbare teleurstelling in zijn stem aankondigde dat dit de een na laatste uitzending van het programma was. Het moet plaatsmaken voor iets met Rob Oudkerk. Zal ik een mast op mijn dak zetten en Coen met zijn gasten bij mij thuis uitnodigen?