Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Leve de vooruitgang! Ik heb de tijd meegemaakt dat je in de Amsterdamse Pijp geen betaald parkeren had. Toch raakte ik er regelmatig mijn auto kwijt. Ook níet definitief. Maar de ‘parkeerdruk’ werd te hoog en het uitmelken begon. Nu moet je dokken tot in de weilanden bij Uithoorn.
Terug in Den Haag maakte ik hetzelfde mee. Mijn Bomenbuurt werd beparkeermeterd. Als een lucratieve olievlek breidde het incasseergebied zich uit. Vreemd genoeg (maar wel fijn) bleef het Statenkwartier hier buiten, omdat – zo beweerden boze en afgunstige tongen – daar nogal wat beleidsmakers wonen.
Het betaald parkeren, dat wordt ons als bewoners telkens weer verzekerd, dient juist ons belang. We moeten het jaarlijkse bedragje er maar voor over hebben.
Wil er iemand op bezoek wil komen, dan is daar de bezoekerspas. Ook hiervoor moet wederom een overkomelijke som betaald worden, maar dan heb je ook wat. Je legt het pasje in de bezoekersauto en je belt om te activeren. Als je geregeld bezoek hebt, ben je halverwege het jaar door je tegoed heen. Wat overschiet van eerdere jaren mag je niet meenemen. In mijn geval kan het geregelde bezoek dan parkeren in de Vogelwijk, ook een gebied waar gelukkig nog geen meters staan. Zouden daar soms net als in het Statenkwartier hooggeplaatste mensen wonen die…? Welnee, weg met dat complotdenken.
Natuurlijk is alles voor verbetering vatbaar. Vanaf vorige week is er een nieuw systeem. Nu moet het kenteken van de bezoeker worden ingevoerd. Dat kan via internet, maar ik ben bezitter van een Mark Rutte-compatible Nokia.
Geen nood, het kan ook nog telefonisch. Het kenteken dient door middel van spraakherkenning te worden geregistreerd.
Nu beschouw ik mijzelf als een der best articulerende personen in Den Haag. Praten is een vitaal onderdeel van mijn beroep en ik hoef niet heel erg mijn best te doen om Algemeen Beschaafd Nederlands te spreken.
Het kenteken van mijn bezoekers bevatte onder meer de lettercombinatie DV. Die werd achtereenvolgens opgevangen als B(ernard) B(ernard), D(irk) B(ernard) en P(ieter) W(illem). Na drie keer waren mijn kansen voorbij en werd ik bedankt. Mijn gasten volhardden vervolgens in hun eigen financiering.
Dat wordt nog wat. In Den Haag worden minstens honderd talen gesproken dan wel variaties op het Nederlands. Zal ik het dan maar in het Haags proberen? Waarschijnlijk krijg ik dan ook te horen: N(ico) P(ieter)!