Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Op 24 december ben ik jarig, zo is het nou eenmaal. Ik ben alhier met een keizersnee geboren en – zo wil het verhaal – de gynaecoloog moest op de wintersport. Precies een week later kwam mijn goede vriendin B. ter wereld. Op Oudejaarsdag. Wij hebben een lopend dispuut over wie van ons de zieligste verjaardag heeft. (Ik natuurlijk!) Mijn vader trof het trouwens ook niet. Geboren op 6 december, kreeg hij op pakjesavond een kadootje met de toevoeging: ‘Dat is dan gelijk voor je verjaardag, Pietje.’
Mijn vriendin B. woont al weer enige jaren in Haarlem en net zoals ik viert ze haar verjaardag ijzerenheinig op die onmogelijke dag. Het lukt me haast ieder jaar om die te bezoeken. Soms met de trein, dan moet je oppassen dat je de laatste rond een uur of half acht niet mist. Meestal ga ik met de auto, altijd weer een spectaculaire tocht door de tijdelijk bezette gebieden. Lichtflitsen, harde knallen, rotjeswerpende rotjochies, voor een goede vriendin heb je wat over. En de ontvangst is van zichzelf al zo warm.
Ook dit jaar zal ik de tocht ondernemen en ik verheug me nu al op de terugreis. Als ik de eeuwenoude stad achter me heb gelaten, wachten de donkere polders van Zuid-Holland. Ooit heb ik de snelweg verlaten om die duisternis ten volle te ervaren. Het is een fascinerend schouwspel. Eenzame boerenhoeven, opgesierd met overdadige kerstverlichting, pinkelen in de nacht. Aan de einder dondert en bliksem het ongeduldig. De Randstad staat op ontploffen.
De vraag is hoe je dit vuurwerk duidt. Als een evidente metafoor van een verwarde, door consumptie en agressie verscheurde, in brand staande planeet? Of als een feestelijk teken van menselijke levendigheid en hoop in een duisternis die op termijn door heldere positieve krachten zal worden onttakeld? Zijn wij omringd door de zwarte somberheid van het verlies, het gemis, de wanhoop en de onverschilligheid? Of hebben wij dat donker juist nodig om het licht ten volle te kunnen ervaren?
Ik heb mijzelf regelmatig verbaasd als optimist. Hoeveel wolken er ook over mijn bestaan trekken, ik blijf hardnekkig het licht zien. Dat wens ik u ook toe, evenals het allerbeste bij elke stap in de tijd die u zet. Met die glimlachende gedachte zal ik op Oudejaarsavond terugrijden op weg naar mijn plaats in het geheel, Den Haag.