Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
En toen was er ijs. Heel wat anders dan het zeil op de gang waarop ik met mijn geitenwollensokken in navolging van Ard en Keessie mijn records brak. Ook boden mijn rolschaatskunsten op ons stukje Frederik Hendriklaan weinig houvast. Uit een kist waren houten doorlopers tevoorschijn gekomen, mijn moeder gaf het voorbeeld. Hoewel ik net als Cor van der Laak alle tijden van alle schaatsers ooit gereden uit mijn hoofd ken, heb ik het echte magnifieke glijden nooit onder de knie gekregen. Op een der bevroren vijvers voor het Gemeentemuseum strompelde en zwikte ik tussen mijn buurtgenoten. Het mooiste schilderij was die dag buiten het museum te zien.
De laatste jaren zijn er een hoop wedstrijden op de televisie aan mij voorbij gegaan. Te veel, te vaak, te veel gelul er omheen. Maar nu, tijdens het Sotsji-feest, plooi ik mijn andere activiteiten listig om de oranjeraces. De Nederlandse helden schaatsen ons land uit de recessie. Natuurlijk is er in de samenleving nog genoeg calvinisme overgebleven om dit succes niet zonder problemen te aanvaarden. De vernederde tegenstanders uit het buitenland zouden op den duur niet meer willen. De shorttrackers hebben de langebaanheiligen op de tenen getrapt (dat kan goed aankomen met die ijzers). De zendtijd tussen de reclameblokken komt moeiteloos vol.
Er wordt gepleit voor nieuwe flitsende schaatsnummers, in navolging van de adembenemende circustoeren die de jongens en meisjes op de lange latten laten zien. Ik heb wel een paar suggesties, die ons als schaatsnatie nog meer eremetaal zullen opleveren. De 1000 meter klunen bijvoorbeeld. Of: de hindernisrace, met kluunplekken, wakken in het ijs en natuurlijk vlak voor de finish het te lage bruggetje. Spanning, spektakel en sensatie!
Gaan we terug naar de basis van de sport, dan zou de 500 meter met stoel een interessant nummer kunnen zijn. Desgewenst met op die stoel een bejaarde of gehandicapte. Zo loods je dat nummer ook het paralympische circuit in: medailles! Ook mooi: de 1500 meter achteruitschaatsen. Dit alles uiteraard met hilarisch commentaar van André van Duin!
Dan zijn wij even verlost van de huidige cijferfetisjisten met hun stereotiepe georakel over ‘de druk opvoeren’ en ‘focus hebben’. Want als er twee gouden medailles gegarandeerd zijn, is het wel bij deze nieuwe Olympische disciplines: de voorbeschouwing en de nabeschouwing.