Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Peddelend over de Ereprijsweg, nabij het welvende Wapendal, moet ik bij het aanschouwen van het straatnaambord natuurlijk denken aan het dikke half miljoen dat het Koningslied heeft gekost. En dat was dan nog exclusief neerlandicus dan wel poëzie-deskundige, want die zijn bij het maken van de tekst duidelijk niet betrokken geweest. Uitvoerende artiesten en componist verklaren geen rekening te hebben gestuurd, maar het verguisde nummer is zo vaak gespeeld dat de gelden der auteursrechtenorganisaties dat leed wel zullen verzachten. Grote vraag zal dus zijn wat er precies achter de multifunctionele woorden ‘kosten’, ‘extra kosten’ en ‘bijkomende kosten’ schuilgaat. We kennen deze omschrijvingen van de bankafschriften en er valt, tenzij je op kruistocht gaat met consumentenprogramma’s als Radar en Kassa, nooit echt de vinger op te leggen. Als dat maar geen parlementaire enquête wordt, want dan is de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van kosten helemaal niet meer in de hand te houden.
Toch blijft de vraag: waar is dat geld allemaal gebleven? Is er soms stiekem smartengeld uitgekeerd aan slimmeriken die dreigden met een proces wegens mishandeling van de taal? Er zit genoeg juridische waanzin in onze samenleving om dit niet meteen uit te sluiten.
Zelf heb ik trouwens enorm genoten van het Koningslied. Het is gelikt en bombastisch, maar het ‘creatieve’ taalgebruik maakt het ook weer heel erg van het volk. Taal is in beweging, misschien niet altijd in de gewenste richting, uiteindelijk voegt de woordenstroom zich naar de bedding van de tijd. Als P.C. Hooft de troonrede van 2014 zou lezen, zou hij zich ook van het Muiderslot afwerpen. De Hoekse en Kabeljauwse twisten naar aanleiding van het orakel verliepen dit keer zonder fysiek geweld en zorgden voor veel vermaak.
Het Koningslied blijft een ware tranentrekker, niet alleen door de grammaticale noviteiten, maar ook door het bijbehorende clipje en als markering van een belangwekkende moment in onze vaderlandse geschiedenis. Als ik het hoor denk ik aan mijn veel te vroeg gestorven zus en hoe wij nog samen glimlachend de nationale aubade tijdens kroningsdag op televisie hebben aanschouwd.
Maar goed, het blijft een hoop geld, ik kan u meedelen dat het goedkoper kan. Met Paul Pleijsier nam ik in korte tijd ons vrolijke wielerliedje ‘Op de fiets’ op. Voor éénzeshonderdste van het Koningsliedbudget. Nu overal te horen, vooral op YouTube. Wel in feilloos Nederlands. Fiets en zing mee!