Iedere twee weken schrijft Marcel Verreck een sportcolumn in Den Haag Centraal.
De Franse voetbalheld Raymond Kopa is op 85-jarige leeftijd overleden. Kende jij die dan nog, Marcel? Nou ja, een beetje. En wel hierom. De bruine plastic bal die ons gezin vergezelde naar strand en Park Sorghvliet had als opschrift ‘Kopa’. Volgens mijn vader was dat niet de door allerlei afkortingen ontstane naam van de plasticfabrikant, maar die van deze beroemde voetballer. Ik heb hem nooit heb zien spelen, maar wel ontelbare malen tegen hem aangetrapt. Die ballen worden vast allang niet meer geproduceerd, maar de naam Kopa leeft, getuige de Franse eerbetonen, nog even voort.
Een andere kandidaat voor de eeuwigheid is Clarence Seedorf. Hij verscheen in levende lijve bij Circus Pauw & Jinek om op zijn kalme, allesoverziende manier te vertellen over het belang van sport. Terwijl zijn oude voorzitter Michael van Praag zich, vanachter een drumstel tijdens een schnabbeltje, kandidaat stelde als Minister van Sport (hij zal het wel weer nét niet worden), zat hier een man van ultiem formaat. Dat is geen ironie, ik acht Clarence tot nog grootsere dan al verrichte daden in staat. De man kan alles, ik heb hem eens horen zingen, dat ging met het zelfde gemak als waarmee hij op het voetbalveld de boel dirigeerde. Niet voor niets ergeren veel mensen zich aan hem. Hij is vooralsnog in de sport gebleven, maar het leidt geen twijfel dat hij ooit minstens secretaris-generaal van de Verenigde Naties wordt, waar híj ongetwijfeld wél een deuk in een pakje boter zal schoppen.
De stelling was dat sport meer dan ooit noodzakelijk is voor lichaam en geest van jong en oud. Nu Clarence zich als sprekend voorbeeld achter die gedachte heeft geschaard, komt dat helemaal goed.
We moeten overigens niet te nederig denken over de huidige rol die sport in de maatschappij speelt. Ik durf zelfs wel te stellen dat er in alle geledingen van onze samenleving een totale sportificatie gaande is.
Neem de verkiezingsstrijd. Daarin geen wijsgerige debatten van politieke denkers meer over hoe het nu verder moet. Het is één grote sportwedstrijd. Alle gedachtenwisselingen zijn duels, met opgefokte arbitrage, er moet permanent gescoord worden en alles wordt begeleid door de lawine van cijferfetisjisme, hysterische statistieken en persoonlijke trivia die met de tegenwoordige profsport zo onlosmakelijk zijn verbonden.
Sportificatie: Jesse Klaver, de talentvolle maar nog grillige linksbuiten. Henk Krol, anders dan zijn broer Ruud, de klunzige mandekker. En op 15 maart beslist de doellijntechnologie.