(verschenen in Den Haag Centraal van 15-3-18)
In de hoe-heet-ie-nou-eigenlijk-Arena in Amsterdam kan je binnenkort luxe dineren met uitzicht op de spelerstunnel. Je moet het maar willen. De spelers merken daar niets van, want er is sprake van eenzijdig doorzichtig glas. Dat is in ieder geval transparanter dan het technische beleid van Ajax.
Het is nog maar het begin. Wie betaalt mag straks een cocktailtje drinken met uitzicht op het spelersbad of de sauna. In het handbal wordt daar inmiddels mee geëxperimenteerd. Jaren geleden hadden we in Den Haag Vieze Luigi al. Video-analist in het hockey, een sport die vooroploopt bij vernieuwingen. Hij filmde ontklede speelsters via een ‘kledinglocker’.
De innig gemiste Marnix Rueb liet Haagse Harry daar zijn geniale mening over geven: wie zegt dat hockey geen kijksport is?De tijden veranderen, we zullen eraan moeten wennen.
Ook het aloude langebaanschaatsen zal binnenkort op de schop gaan. In het ja-zo-heet-het-nog-steeds-Olympisch Stadion werd nog eenmaal een ouderwets allround-toernooi verreden. De toeschouwers zaten dan wel in oranje bikini’s op de tribune, het ijs hield het en de wind waaide. De ontknoping was bloedstollend, eindelijk zou er weer eens een niet-Nederlander of een niet-voormalige Nederlander gaan winnen.
Toen viel de Noor Sverre Lunde Pedersen.Roest werd de kampioen, terwijl de ijzeren man Kramer minstens even veel roest leek te bevatten.
Zo ging het in vroeger tijden ook, Kees Verkerk verloor ooit een kampioenschap door op zijn babbelmondje te vallen, maar hij krabbelde wel op en wist de rit alsnog te winnen. Evenals Pedersen, al beweert zijn tegenstander Kramer nu omwille van de kansen van ploeggenoot Roest langzamer te zijn gaan rijden.
Toch zag ik in dit geglij de toekomst van het schaatsen voorbijkomen.De generatie die met schema’s en ouderwets geduld zit te kleumen op de tribune zal uitsterven, dat snappen ze bij de internationale schaatsbond ook. De tien kilometer gaat eraan, het allround kampioenschap wordt een zeldzaamheid, alleen te verrijden in Nederland.
Ik vind het jammer, maar eerlijk gezegd kijk ik op de lange afstanden nu ook alleen naar de twee belangrijkste, meestal laatste ritten.
Men vierde in Amsterdam dat Jaap Eden daar 125 jaar geleden wereldkampioen werd.
Voor die tijd waren schaatswedstrijden zoals ze nu misschien weer moeten worden: matchrijden. Man tegen man, vrouw tegen vrouw, transgender tegen transgender.
Vergeet die tijden, de sterkste gaat telkens door.
Een zeer aantrekkelijke uitputtingsslag, maar zonder cijferfetisjisme.
En wie valt in de finale, kan alsnog winnen.