Marcel Op Reis
  IN DE INTERNATIONALE RUIMTE

Hoe vaak heb ik al niet in een vliegtuig gezeten? Alleen dit jaar al zes keer. En zelfs in grote intercontinentale vogels zoals deze van Singapore Airlines heb ik vertoefd op reizen naar Vietnam en Indonesie. Maar het moet worden gezegd dat ze er alles aan doen om die elf en een half uur goed door te komen. We zien drie films waaronder toch zeker twee goeie. Om ons heen worden dappere pogingen tot slapen ondernomen, we vliegen de nacht tegemoet en aanschouwen het Singaporese ochtendlicht terwijl het op onze klok pas 12 uur 's avonds is. De slaappillen worden niet eens uit de handbagage gehaald. Intrigerend blijft de Flight Information, de cijfers en kaartjes geven het geheel een bijkans virtueel karakter. Zeker als de luiken voor de ramen zijn geschoven zou je je overal ter wereld kunnen bevinden. Desnoods thuis. Gelukkig zien wij tijdens het benenstrekken onbestemde lichtjes die wel eens iets met - noem eens wat- India te maken zouden kunnen hebben. Ik realiseer me dat alle flarden taal die om ons heen te horen zijn (en de daarbij behorende uiterlijken) mij allang niet meer verbazen of verrassen. Net zoals het carnaval op de luchthavens waarbij een doorsnede van de hele wereldbevolking voorbij komt paraderen. Mijn buurt, de Amsterdamse Pijp, is blijkbaar een goede afspiegeling van de rest van de wereld. (En natuurlijk geldt hier ook de inmiddels respectabele reiservaring van ons, onvermoeibare continentenhoppers)
In Phuket worden we dan losgelaten uit dit universum van universele vliegvelden, luchtvaartengels en standaarddiensten als car-rent, money exchange en luggage-carriers. Ha, daar zijn gelukkig de eerste onbegrijpelijke lettertekens ('ห่กด สา ฟหก่ด'), daar is de klamme hitte, de hectiek van het Thaise verkeer.
Een behoorlijk lange autorit over een zich door economische welvaart verlelijkend eiland eindigt in het meer pittoreske zuiden waar verheugde familie ons in de armen sluit. Dit is de ruimte die we hebben gezocht, exotisch en toch vertrouwd.