Marcel Op Reis
|
|
BIJZONDERE DAGEN
Snel moest het vorige keer, mijn rapportje uit verre streken, vandaar
dat er hier en daar enige ongelukkige vissen op de weg spartelde in
plaats van spartelden. We hebben nog het een en ander aan nieuws te
melden, maar het belangrijkste is dat we gespaard zijn gebleven,
terwijl we toch in de angstaanjagende nabijheid vertoefden van een van
de grootste natuurrampen van de laatste tijd. Dat geeft je ook het
ambivalente gevoel van de oorlogscorrespondent, enerzijds is er
dreiging en dus angst, anderszijds is er opwinding en nieuwsgierigheid.
Na het aanschouwen van het gulpende water en de ravage die de eerste
golf had aangericht (de hele inventaris van strandbar Nikita met zeer
degelijk meubilair lag tientallen meters verderop), knoopte uw reporter
onmiddellijk praatjes aan met passanten van wie hij het vermoeden had
dat hij hun taal beheerste. Uiteraard de Duitsers en Duitserachtigen
zoals Zwitsers, oude bruine vellen, hanige dikhuiden met nogal eens
jong Thais volk (m/v naar keuze ) aan hun schwanz hangen. Maar ook de
Engels- en Franstaligen (met dikwijls dezelfde (post)seksuele
interesses), doorgaans afkomstig uit het senior-segment. (In de map:
kan nergens anders een vrouw meer krijgen)
De geruchtenmachine draaide op volle toeren: binnen afzienbare tijd zou
de zee zich wederom verheffen, ditmaal tot een hoogte van misschien wel
10 meter hoog. De eerste golf was drie meter geweest en tamelijk
beschadigend, eentje van tien meter (bijna zo hoog als de bomen bij de
kust) zou de bungalow niet ongemoeid laten. Ik besloot onze vitale
spullen bij elkaar te zoeken en die in mijn rugzakje te doen. De
overige Habseligkeiten werden op hoog gelegen plekken in het huisje
gedrapeerd. Mijn 'vluchtfiets' stond klaar.
Uiteraard was ik ongerust over Margo en haar ouders, zij stonden dan
wel onder auspiciën van het Opperwezen, een ongeluk zit in een klein
hoekje. Misschien waren ze wel, op weg naar het godshuis, van de weg
gespoeld. Een troostende gedachte was dat men in Thailand links rijdt
en met de richting die zij opgingen scheelde dat in ieder geval een
paar meters.
Opgelucht was ik wel toen ik ze aan zag komen lopen, om de hoek afgezet
door een tuktuk, een wat slaperige naam voor de lokale hobbeltaxi.
Daarna volgde een evacuatie naar Thaise vrienden, de geruchtenstroom
over nieuwe vloedgolven hield aan (zie het verslag van Margo in de
vorige aflevering) en toen we verder landinwaarts bij het veilige huis
van de familie op een beschaduwd grasveldje de toekomst lagen af te
wachten, leek een Spoedige Ondergang der Wereld belachelijk ver weg.
Maar zo had ook de vloedgolf de vroege zonners in het paradijs verrast.
Het moet een surrealistische belevenis zijn geweest. Ooggetuigen
vertelden allen hetzelfde verhaal: opeens trok het water zich terug,
honderden meters zeeinwaarts, argeloze zwemmers opzuigend, verbazing op
het strand, daarna verbijstering en angst, toen het onstuitbare
waterdier aan kwam snellen, mens, dier en ding meesleurend. In de
westelijke kustplaatsen Patong en Kata Noi liggen winkels, hotels en
huizen vlak aan de lieflijke stranden, afijn, die beelden hebben jullie
gezien.
De dag was begonnen met een feestelijk kerstontbijt, ten bungalowe van
M.'s ouders, waar trouwens al enige tijd de kerstballen en dito
slingers in de tropische warmte dan wel koesterende airco-koelte heen
en weder wapperden. Toen wij ons zetten voor de authentieke
kerstlekkernijen, voelden M. en ik onze stoelen bewegen en riepen
geamuseerd: 'ach, een aardbevinkje.'
Tja.
Kerstmis in Phuket. Een dag eerder beleefden we onze heetste kerst
aller tijden. Met de Excalibur Zwei van het Duitse duiksyndicaat
SeaBees voeren we naar het schone Racha Yai-eiland, anderhalf uur varen
ten zuiden van Phuket. Er stond een stevige bries, M. doorstond de
schommelingen wat minder goed, zat bleekjes op de achterplecht, zodat
ik mijn leuk bedoelde woordspeling Puke it (Phuket) maar even niet
lanceerde, opdat er toch nog iemand was van het duo die iets binnen kon
houden.
In de luwte van het eiland werd tweemaal een duik uitgevoerd, op
verschillende lokatie. Margo was vanzelfsprekend weer opgeknapt en zij
kon zonder vrees voor verstoppingen in haar mondstuk happen.
Zelf was ik snorkelende (ben bevoegd noch duikkundig), maar ook hier
bewees een zekere traagheid haar grote waarde. Toen ik nadat de duikers
zich hadden ondergedompeld, te water plonsde, zag ik door het venster
van mijn snorkel vrijwel onmiddellijk een grote zwarte schijf onder mij
koersen. Twee ontieglijke langzame pootjes zwaaiden langs het enorme
schild, na afloop bleek ik de enige geweest te zijn die die middag die
ene reuzenschildpad had gezien. Verder natuurlijk ruim genoten van het
aquarium vol hallucinerende viswezens, kleur en vorm niet te ontwerpen.
De sensatie te vliegen over onderzeese afgronden kende ik al van een
vakantie op Bonaire, maar het weerzien met de blauwe wereld was
fascinerend.
Op de boot werd prima gecaterd, er waren zelfs ook niet-Duitssprekende
gasten, zoals een vriendelijk echtpaar met twee kinderen, 18(jongen) en
16 (meisje) van de Kanaaleilanden. De jongelingen maakten hun eerste
duik. Eigenlijk had ik makkelijk mee kunnen doen. Ook onderhielden we
ons met een vriendelijk Oostenrijks(!) stel, dat blij meldde ook een
plaatsje op de boot voor de dag erna te hebben bemachtigd. (Dankzij een
1e Kerstdag-luwte was er voor ons nog een plekje in een verder geheel
volgeboekte week-hoogseizoen)
De boot van 2e Kerstdag zou de zogenaamde Super Sunday Trip gaan maken
naar Koh Phi Phi, een lange dag met vier duiken. We vrezen dat het er
bij een gebleven is, want Phi Phi-eiland werd zoals bekend weggevaagd
(de resorts) en dus wereldnieuws. Wellicht hebben de Oostenrijkers of
anderen met wie wij aan boord van de Excalibur zo blijhartig Kerst
vierden de ramp niet overleefd. Misschien was het hun geluk dat ze op
zee waren, de meeste slachtoffers zijn aan de kust gevallen. Er zijn
ook berichten van duikers, die, doende in de diepte, niets van de
tsunami hebben gemerkt.
Zoals gezegd, nu en hier in Sydney dringt de omvang van de ramp door
middel van tv-beelden en uitgebreide internet-informatie pas echt door.
Kerstavond dineerden wij aan de Rawaise kust bij een excellent Thais
restaurant. Negen borden met lekkers wisten wij om ons heen te
verzamelen, we klikten onze cocktails, bizar gekleurd als de
diepzeewereld, tegen elkander, de volgende dag...
Afijn, het vliegveld van Phuket was een slagveld. Taferelen die je kent
uit films waarin de Amerikaanse held een land in staatsgreep probeert
te ontvluchten. Huilende, verhitte, lichtgewonde mensen. En vooral heel
veel mensen. Een nieuw wonder was dat het vliegtuig maar een uur
vertraging had, waardoor we onze aansluiting naar Sydney makkelijk
wisten te halen.
Na een prettige vlucht (voor mij helaas toch slaaploos) werden wij in
Sydney meteen geconfronteerd met de impact van de ramp. Filmende en
schrijvende perslieden stortten zich op ons voor een diepteinterview
omtrent de doorstane ellende. Channel Ten, het bestaat echt zagen we
later op tv, maar of ons relaas dramatisch genoeg was voor een debuut
op de Australische televisie weet ik niet. Misschien gelukkig wel niet.
Zoals gezegd wij kunnen verder en gaan dat ook, met het hoofd al weer
vol met het fantastische Sydney, toch ook langzaam beseffend waaraan we
zijn ontsnapt in deze Kerstdagen, bijzondere dagen. Volgende keer:
Verjaren in Sydney.
|