Marcel Op Reis
  NAAR EEN NIEUW ZEE-LAND

Onze laatste dagen in NZ gaan gepaard met het aanschouwen van enige wonderen van de levende natuur. Terwijl er in Dunedin nog hevig gedweild wordt, rijden wij langs de kronkelende boorden van het Otaga Penindula naar de steiger van Monarch Tours: die nemen je een uurtje de oceaan op en tonen je zeeleeuwen, zeehonden (en hun spelende pupjes) en vooral de machtige albatros (spanwijdte: 3 meter), waarvan wij er meerdere zagen vertrekken voor hun dagelijkse tochtje van 1000 kilometer vlak boven de golven.

Daarna naar het zon- en winderige albatrosobservatiecentrum op gindse rots, voor de nodige theorie en versnaperingen en dan op zoek naar de geelogige pinguin. Een gedeelte van een schapenfarm is volgebouwd met verdekte tunnels en listig struweel opdat het merkwaardige dier goed betuurd kan worden. We zien twee van die grappige mannetjes in het wild en twee geblesseerden in het hospitaal op de farm. Nabij St. Kilda's Beach, machtige rollers op weids strand, onbelemmerd zicht op de zuidpool, vinden we onderdak.

De volgende dag reizen we naar Waipara, het wijndistrict boven Christchurch, maar het doel is Kaikoura, waar je walvissen kunt zien. We zien ze. Met staart in de lucht als ze duiken. Ze liggen als dobberende kades aan de oppervlakte adem te verzamelen voor hun kilometersdiepe tocht naar de onderste wateren, waar ze gigantische inktvissen en andere lekkernijen gaan verschalken. Machtig en ontroerend!

Na een overnachting in het zonovergoten Kaikoura reizen we via een typische NZ long and winding road naar het saaie Christchurch waar het passend begint te regenen. In vier uur tijd aldaar gegeten in de beroemde vegavisafwerkplek Dux de Lux (maar wel lekker) en de schaarse schoonheden van deze neo-Britse stad gezien. Toeristen zijn hier vanwege de lokale luchthaven, vermoed ik. En die lopen allemaal panisch het kathedraalplein heen en weer, totdat ze -geheel volgens plan- asiel vinden in de vele NZ soevenierwinkels.

Tijd om het duizelingwekkend mooie NZ te verlaten. Het nieuwe zee-land is Fiji. Via Auckland vliegen we naar Nadi, nemen een kamer in het resort tegenover het vliegveld. Na betaling van borg en overhandiging van de sleutel krijgen we nog een briefje in de hand gedrukt: Sorry, er is even geen water, u kunt emmers bestellen bij de receptie. Ik mis NZ maar de liefde voor Fiji komt alsnog. Zondag 13 februari belanden we na twee spectaculaire vliegtochtjes in piepkleine machines via Suva in de oude hoofdstad Levuka op het eiland Ovalau. Een plek waar je komt om niets te doen. En dat gaat ons goed af. Er wordt gedoken, gesnorkeld, geslenterd en gerust. Het geheim: zie www.levukahomestay.com. Lees hierbij mijn Stenders-column over dit onthaaste eiland en neem alle bijbehorende aktuele grapjes en overdrijvingen maar voor lief: En afgelopen zaterdag zijn we aangekomen in L.A. En hier hebben we alweer overvloedige regens en een enorme stroomstoring overleefd. En wat huizen van filmrijken in Hollywood en omstreken gezien. Daarover later, we zijn in ieder geval terug voor de Oscaruitreikingen.

Volgende keer: Terug voor de Oscaruitreikingen.